Artikel 1:
Vanaf 14/06/2013 wordt een retributieverordening gevestigd op de verkoop van vuilzakken.
Artikel 2:
De retributie wordt vastgesteld als volgt:
Zakken voor restafval van particulieren - groot 60 l. |
1,4 EUR/stuk |
Zakken voor restafval van particulieren - klein 30 l. |
0,7 EUR/stuk |
Zakken voor restafval van bedrijven, dat vergelijkbaar is naar aard, samenstelling en hoeveelheid met huishoudelijke afvalstoffen - groot 60 l. |
1,4 EUR/stuk |
De handelaar-lasthebber ontvangt voor zijn tussenkomst bij de verkoop een commissieloon (btw incl.), namelijk een vaste vergoeding gelijk aan 0,04 EUR per restafvalzak voor particulieren.
Artikel 3:
De retributie is te betalen binnen de maand na de vordering bij gewoon schrijven (o.m. betalingsbericht of factuur).
Artikel 4:
Bij niet tijdige betaling van de retributie zal bij het versturen van de eerste aangetekende zending een éénmalige dossierkost van 25,00 EUR aangerekend worden.
Artikel 5:
Vanaf de vervaldag brengt elke niet betaalde retributie bedoeld in dit reglement van rechtswege en zonder ingebrekestelling intrest op tegen de wettelijke intrestvoet
Artikel 6:
Eventuele klachten met betrekking tot de retributie moeten schriftelijk en gemotiveerd ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen, dat erover beslist. De klacht of het protest moet ingediend worden binnen de 30 dagen na de datum van verzending van de retributie.
Bij gebrek aan klacht of protest overeenkomstig het eerste lid wordt de retributie als onbetwist en opeisbaar beschouwd in de zin van artikel 94 van het gemeentedecreet.
Artikel 94 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 voorziet in de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen.
Ten vroegste 30 kalenderdagen na het aangetekend schrijven dat geldt als ingebrekestelling kan de financieel beheerder een dwangbevel uitvaardigen.
In geval van betwisting zijn de rechtbanken van het arrondissement van Brugge bevoegd.
De kosten van de gedwongen invordering vallen ten laste van de in gebreke blijvende schuldenaar.