Opmaak stedenbouwkundige verordening inzake ventilatieluchtafvoer meergezinswoningen en verbrandingsluchtafvoer
Artikel 1:
Met nieuwbouw van meergezinswoningen of appartementsgebouwen en ééngezinswoningen wordt bedoeld het oprichten van meergezinswoningen of appartementsgebouwen en ééngezinswoningen met bouwvergunning afgeleverd vanaf 01/09/2005.
Artikel 2:
Bij de nieuwbouw van meergezinswoningen of appartementsgebouwen dienen de volgende 4 interne, centrale en verticale ventilatiekanalen voorzien te worden:
- Een natuurlijk uitstroomventilatiekanaal voor verse lucht waarop de traditionele ventilatieroosters in alle appartementen worden aangesloten en dit eindigend boven de nok.
- Een mechanisch (met motor) of statisch (natuurlijke trek) uitstroomventilatiekanaal vertrekkend vanaf het eerste verdiep en uitmondend boven de nok, waarop de dampkappen van de diverse appartementen worden aangesloten. De verluchting van de dampkappen mag niet gebeuren via rechtstreekse geveldoorsteken.
- Een uitstroomventilatiekanaal voor de luchtafvoer van natte cellen (WC’s en badkamers) en kelders (branders en huisvuillokaal). De verluchting van de natte cellen en de kelders mag niet gebeuren via rechtstreekse geveldoorsteken.
- Een uitstroomventilatiekanaal in metselwerk of in beton met een minimale sectie (binnenafmetingen) van in totaal 0,50m² (te bepalen in functie van de bouwplannen en de plaatselijke toestand) vertrekkend van op het (handels)gelijkvloers en uitmondend boven de nok, waarop enkel de ventilatie van het (handels)gelijkvloers wordt aangesloten en ondersteund door een ventilatiemotor ter hoogte van het technisch verdiep. Deze gemetselde of betonnen kokerconstructie kan en dient zelfs bij voorkeur één of meerdere metalen, ronde en ingewerkte luchtaanvoer- en afvalgaskanalen, enkel voor de exploitatie van het gelijksvloers én in functie van de soort exploitatie (in functie van de aangesloten toestellen), te herbergen. Steeds moet echter kunnen teruggekeerd worden naar de oorspronkelijke rechthoekige bakstenen of betonnen kokerstructuur. Enkel wanneer op de benedenverdieping blijkens de basisakte geen handelszaak kan gevestigd worden, kan hiervan afgeweken worden mits toelating van het College van Burgemeester en Schepenen, na voorlegging van het ontwerp van de basisakte, opgesteld conform de voorgelegde en nog goed te keuren bouwplannen, welke basisakte in ongewijzigde vorm zal verleden worden voor de notaris.
Artikel 3:
Bij nieuwbouw van een ééngezinswoning volstaat een normale schoorsteen (met natuurlijke trek).
Artikel 4:
De functiewijziging van handel, diensten en kantoren naar geurveroorzakende kleinhandelszaken (horeca, bakkerijen, slagerijen, traiteurzaken, frituren, hamburger- en braadworstzaken, snacks, …) binnen meergezinswoningen of appartementsgebouwen kan, ongeacht de ouderdom van het gebouw, enkel na goedkeuring door het College van Burgemeester en Schepenen van een in te dienen uitvoeringsplan waar alle luchtaanvoer en afvoerkanalen worden op aangeduid.
Artikel 5:
Luchtaanvoer- en afvoerkanalen dienen steeds minstens 1m boven de kroonlijst of dakrand uit te komen, en hoger indien technisch vereist, en mogen in geen geval de omgeving en/of de buren hinderen.
Artikel 6:
Vanaf 01/09/2005 en in alle gevallen is de rechtstreekse geveldoorsteek van verbrandingsluchtkanalen afkomstig van verwarmingstoestellen strikt verboden. Enkel mits toelating van het College van Burgemeester en Schepenen moet hiervan kunnen afgeweken worden als het enerzijds niet hinderlijk is of kan zijn voor de buren en anderzijds er geen enkel ander mogelijk alternatief voorhanden is.