Let op: Artikel 4 van het gemeenteraadsbesluit dd. 11/05/2017(10) luidt als volgt:
"Artikel 4:
Het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2013 houdende goedkeuring van het belastingreglement op de aanvragen tot of de melding van het exploiteren of veranderen van hinderlijke inrichtingen en het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2013 houdende goedkeuring van het belastingreglement op het bouwen en herbouwen worden opgeheven op 31/12/2017 en blijven tot die datum enkel van toepassing voor de aanvragen ingediend voor de inwerkingtreding van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en bijhorende uitvoeringsbesluiten."
Artikel 1:
Voor een termijn, die ingaat op 01/01/2014 en eindigt op 31/12/2019, wordt er een belasting gevestigd op de aanvragen tot of de melding van het exploiteren of veranderen van hinderlijke inrichtingen, waarvan de lijst en de indeling het voorwerp uitmaken van bijlage I bij het Besluit van de Vlaamse Executieve, houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem I).
Artikel 2:
De belasting is verschuldigd door de exploitant van de inrichting die gehouden is tot het indienen van de aanvraag tot of de melding van het exploiteren of veranderen ervan.
Artikel 3:
De belasting wordt vastgesteld als volgt:
- Voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in de eerste klasse: 225,00 EUR per inrichting;
- Voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in tweede klasse: 50,00 EUR per inrichting.
Artikel 4:
Zijn van de belasting vrijgesteld:
- inrichtingen geëxploiteerd door beschutte werkplaatsen;
- inrichtingen bedoeld in artikel 1. 8° van het Vlarem (tijdelijke inrichtingen).
Artikel 5:
De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een kwijting.
Bij gebrek aan contante betaling wordt de belasting ingevorderd overeenkomstig het decreet van 30/05/2008 betreffende de invordering en geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de wijzigingen ervan dd. 28/05/2008 en dd. 17/02/2012.
Artikel 6:
De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen tegen de belasting op basis van het decreet van 30/05/2008 betreffende de invordering en geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en de wijzigingen ervan dd. 28/05/2008 en dd. 17/02/2012.
Het bezwaar moet op straffe van nietigheid schriftelijk, gemotiveerd en ondertekend ingediend worden. De indiening kan gebeuren door aangetekende verzending of door overhandiging tegen ontvangstbewijs of per email aan ontvangerij@middelkerke.be.
De indiening van het bezwaar moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de datum van contante inning van de belasting.
De belastingschuldige heeft het recht om gehoord te worden. Indien hij van dit recht wenst gebruik te maken, dan dient hij dit expliciet te vermelden in het bezwaar.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven binnen de 15 dagen na ontvangst ervan.