Tweede verblijven

Gemeente ›› Financiën ››
Parent Previous Next

Belastingreglement op de tweede verblijven – aanslagjaren 2020-2025

Artikel 1: belastbaar feit

Voor een termijn die ingaat op 01/01/2020 en eindigt op 31/12/2025 wordt een directe belasting gevestigd op de tweede verblijven gelegen op het grondgebied van de gemeente, ongeacht het feit of ze al dan niet in de kadastrale legger zijn ingeschreven .

Artikel 2: definities

Tweede verblijf: elke woongelegenheid waarvan op 1 januari van het aanslagjaar geen persoon ingeschreven is in het bevolkings- of vreemdelingenregister.

Woongelegenheid: een onroerend goed of gedeelte ervan dat hoofdzakelijk is bestemd voor  huisvesting van een gezin of alleenstaande ongeacht het gaat over landhuizen, bungalows, (vakantie) villa’s, appartementen, studio’s, weekendhuisjes, optrekjes, vakantiewoningen en alle andere vaste woongelegenheden.

Multi-eigendom: bij multi-eigendom is de multi-eigenaar gedurende een beperkte, periodisch weerkerende tijd deels of volledig eigenaar van een onroerend goed en de bijhorende accommodatie. De multi-eigenaar beschikt over een percentage van het gebruiksrecht van het onroerend goed.

Studio: elke private woongelegenheid, deel uitmakend van een appartementsgebouw of een meergezinswoning, waarbij de slaapruimte niet door muren, vensters, deuren, … afgescheiden wordt van de leefruimtes en waarbij de totale bruto oppervlakte niet groter is dan 40 m².

Worden niet als tweede verblijf beschouwd:

Artikel 3: belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke, de feitelijke of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het tweede verblijf.

In geval van vruchtgebruik, recht van opstal of recht van erfpacht is de belasting verschuldigd door de vruchtgebruiker, de opstalhouder of erfpachthouder. De eigenaar is solidair gehouden tot betaling van de belasting.

In geval van mede-eigendom, is iedere mede-eigenaar belastingplichtig voor zijn deel, ongeacht het beschikkingsrecht dat zij bij onderling akkoord over de woongelegenheid hebben bedongen. Elke mede-eigenaar is solidair gehouden tot betaling van de algehele belasting.

Voor de tweede verblijven welke in multi-eigendom aangekocht zijn, is de belasting verschuldigd door elke eigenaar of zakelijk gerechtigde naar rato van het aantal perioden van telkens een halve maand waarbij hij het beschikkingsrecht heeft over het tweede verblijf.

Voor de na 1 januari tot stand gekomen of in gebruik genomen gebouwen of inrichtingen is de belasting voor het gehele bedrag verschuldigd op het ogenblik van de betrekking of ingebruikneming.

Artikel 4: reeks

Het bedrag van de belasting wordt bepaald door de reeks waarin de tweede verblijven op grond van hun aard zijn ingedeeld.

Artikel 5: tarieven

Het jaarlijks bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt:

tweede verblijven die behoren tot de eerste reeks

700,00 EUR

tweede verblijven die behoren tot de tweede reeks

800,00 EUR

tweede verblijven die behoren tot de derde reeks

29,17 EUR per periode van een halve maand beschikkingsrecht

tweede verblijven die behoren tot de vierde reeks

33,33 EUR per periode van een halve maand beschikkingsrecht


Artikel 6:

De belasting is jaarlijks en ondeelbaar.

Artikel 7: verkoop

De aanslag gebeurt op basis van de gegevens waarover het college van burgemeester en schepenen beschikt.

Bij verkoop dient de verkoper binnen de twee maanden na het verlijden van de notariële akte het gemeentebestuur schriftelijk een kopie van de notariële akte te bezorgen. Deze kopie omvat minstens volgende gegevens:

Artikel 8: invordering

De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

Artikel 9: bezwaarprocedure

De belastingschuldige kan, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet, tegen deze belasting bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet op straffe van nietigheid schriftelijk, gemotiveerd en ondertekend ingediend worden.

De indiening kan gebeuren door aangetekende verzending, door overhandiging tegen ontvangstbewijs of per email aan ontvangerij@middelkerke.be of elektronische weg, andere dan email indien het daartoe vereiste elektronische platform ter beschikking gesteld wordt door het gemeentebestuur.

De belastingschuldige heeft het recht om gehoord te worden. Indien hij van dit recht wenst gebruik te maken, dan dient hij dit expliciet te vermelden in het bezwaar.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven binnen de 15 dagen na ontvangst ervan.

Artikel 10: wetgeving privacy

De persoonsgegevens verwerkt in het kader van dit belastingreglement worden met zorgvuldigheid en respect voor de privacy behandeld en beveiligd. Het gemeentebestuur van Middelkerke volgt hiervoor de Algemene Verordening Gegevensbescherming (ook wel General Data Protection Regulation of GDPR) en de Belgische privacywet.

Concreet betekent dit onder meer dat:

Een meer uitgebreid overzicht van het beleid op het vlak van verwerking van persoonsgegevens vindt de belastingplichtige terug op www.middelkerke.be.

Artikel 11: bekendmaking

Dit reglement wordt door de burgemeester bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking van het reglement op de webtoepassing van de gemeente.