Subsidiereglement noodfonds voor de compensatie van de coronaschade voor lokale jeugd-, sport- en cultuurverenigingen
Situering
De corona-crisis treft de sectoren cultuur, jeugd en sport zwaar. Om de lokale besturen te helpen om die sectoren bij te staan, besliste de Vlaamse Regering om hen in 2020 éénmalig 87,3 miljoen euro (waarvan 209.626,18 euro toegekend aan Middelkerke) ter beschikking te stellen via het gemeentefonds.
Dit reglement regelt de verdeling van deze toelage.
Artikel 1
Via de subsidie “noodfonds voor de compensatie van de coronaschade voor lokale jeugd-, sport- en cultuurverenigingen” – verder “subsidie” genoemd - wordt ingezet op de volgende doelstellingen:
1. De relance van de jeugd, cultuur & sportsector na de Coronacrisis, in het bijzonder gericht op jeugd, ondersteunen en versnellen;
2. Ervoor zorgen dat waardevolle initiatieven in de jeugd-, cultuur- of sportsector overleven na de tijdelijke stilstand door de coronacrisis en de gevolgen hiervan verzachten;
3. Duidelijk maken dat de gemeente Middelkerke, in uitvoering van het meerjarenplan 2020-2025, inzet op een actief en bloeiend verenigingsleven (LCBVBP01).
Artikel 2
Om in aanmerking te komen voor de éénmalige subsidie moet een aanvrager voldoen aan de volgende ontvankelijkheidsvoorwaarden:
1° een door de gemeente Middelkerke erkende vereniging in de sectoren jeugd, cultuur of sport zijn op het moment van de aanvraag;
2° een aanvraag via het daarvoor voorziene typeformulier indienen bij de betrokken dienst: respectievelijk sport, jeugd of cultuurdienst, vóór 30 september 2020. Laattijdige en onvolledige aanvragen worden niet aanvaard;
3° het lidgeld voor het seizoen 2020-2021 (of naargelang het geval voor het kalenderjaar 2021) van minstens de personen die lid waren tijdens het seizoen 2019 -2020 (of naargelang het geval tijdens het kalenderjaar 2020) te halveren of -indien reeds betaald- de helft terug te betalen en dit door een verklaring op eer te bevestigen;
4° de ontvangen subsidie gebruiken om de min-ontvangsten omwille van de coronacrisis te compenseren en om de relance te versnellen (onverminderd de toepassing van 3° van dit artikel).
Artikel 3
Het maximumbedrag van de subsidie per vereniging wordt bekomen door de som te maken van het lidgeld dat door de jeugdleden (= tot en met 18 jaar) van die vereniging werd betaald (incl. nog te innen bedragen ter zake) tijdens het seizoen 2019 -2020 (of naargelang het geval het kalenderjaar 2020).
Artikel 4
Het totaal toe te kennen subsidiebedrag bedraagt 209.626,18 euro.
Indien de som van de maximumbedragen van de subsidies per vereniging hoger is dan het totaal toe te kennen subsidiebedrag, dan worden de subsidiebedragen van de verenigingen proportioneel verminderd tot in totaal 209.626,18 euro bekomen wordt (desgevallend afgerond tot de lagere eenheid).
Artikel 5
Het college van burgemeester en schepenen beslist over de toekenning van de subsidie en over het bedrag van de subsidie per vereniging.
Artikel 6
Subsidieaanvragen die niet aanvaard en/of goedgekeurd werden worden daarvan op de hoogte gebracht binnen de twee weken na de beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 7
De subsidie wordt in principe uitbetaald binnen de maand na de goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen en uiterlijk op 31 december 2020.
Artikel 8
Behoudens andersluidende wettelijke en decretale bepalingen beslist het college van burgemeester en schepenen over alle uitzonderingen en bezwaren i.v.m. de toepassing van dit reglement.
Een bezwaar kan binnen de 30 kalenderdagen na de bekendmaking van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen, schriftelijk ingediend worden via een aangetekend schrijven.
Het bezwaar wordt binnen de 30 kalenderdagen na het indienen geadviseerd door de betrokken dienst. Daarna wordt het bezwaar voor verdere en definitieve behandeling overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen.
Indien binnen de 60 kalenderdagen na het indienen van een bezwaar geen beslissing wordt genomen door het college van burgemeester en schepenen, wordt het bezwaar als verworpen beschouwd.
Artikel 9
Controle op naleving van het reglement en juistheid van de ingediende gegevens kan op ieder ogenblik uitgeoefend worden door een gemachtigde van het college van burgemeester en schepenen of door het college van burgemeester en schepenen zelf.
Bij vaststelling van onregelmatigheden wordt een verslag gemaakt dat wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen, die op basis daarvan een gemotiveerde beslissing neemt.
Het college van burgemeester en schepenen kan passende sancties opleggen aan diegene die onjuiste informatie verstrekken of bij wie tekortkomingen bij het invullen van de aanvraagformulieren worden vastgesteld. Het (deels) niet verkrijgen van subsidies van het desbetreffende kalenderjaar of terugvordering, behoren tot deze sanctiemogelijkheden.