HOOFDSTUK 1 : algemene bepalingen
Artikel 1:
Het Gemeentebestuur van Middelkerke stelt binnen de perken van de jaarlijkse begrotingskredieten subsidies beschikbaar voor de erkende Middelkerkse jeugdverenigingen die onder de toepassing van dit reglement vallen en die niet nominatief ondersteund worden (basistoelage en werkingssubsidie).
Daarnaast stelt het Gemeentebestuur van Middelkerke, binnen de perken van de jaarlijkse begrotingskredieten, ook subsidies beschikbaar om deelname aan het jeugdwerk in de gemeente aan te moedigen (jeugdwerkcheques).
Artikel 2:
Het gemeentebestuur van Middelkerke verdeelt het bedrag onder de jeugdverenigingen op basis van dit reglement.
Artikel 3:
De betoelaging van een jeugdvereniging door de gemeente Middelkerke gebeurt op aanvraag van de vereniging en na minimum 1 jaar werking.
Om in aanmerking te komen voor subsidies moet de jeugdvereniging aan volgende voorwaarden voldoen:
1. De jeugdvereniging is als jeugdvereniging erkend door het gemeentebestuur van Middelkerke en aangesloten bij de jeugdraad (conform statuut Jeugdraad Middelkerke) en is geen lid van een andere Middelkerkse erkende adviesraad.
2. De vereniging heeft een reëel ledenbestand en kan dit aantonen.
3. De vereniging heeft een autonoom bestuur van minstens 3 leden dat regelmatig vergadert, waarvan minimum één lid meerderjarig is.
4. Er worden regelmatig activiteiten georganiseerd gedurende het jeugdwerkjaar.
5. Een verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid moet afgesloten worden (bewijs hiervan wordt overgemaakt bij de subsidieaanvraag).
Artikel 4:
De subsidies worden aangevraagd via de subsidieformulieren verkrijgbaar bij de gemeentelijke jeugddienst, [Populierenlaan 35, 8430 Middelkerke (geschrapt en vervangen GR dd. 13/06/2019(10))], waarop de nodige en gevraagde gegevens vermeld moeten worden.
HOOFDSTUK 2 : basistoelage en werkingssubsidie
Artikel 5:
Er wordt een bedrag van €250 toegekend als basissubsidie voor elke jeugdvereniging die voldoet aan de voorwaarden zoals vermeld in artikel 3.
Artikel 6:
De toekenning van de basissubsidie gebeurt nadat werd voldaan aan de voorwaarden bepaald in art. 3 en alle stukken bedoeld in art. 4 werden ingediend.
Artikel 7:
Het subsidiebedrag voor de jeugdverenigingen, verminderd met het bedrag van de toegekende basissubsidies, wordt als werkingssubsidie verdeeld onder de erkende jeugdverenigingen op basis van een puntensysteem.
Artikel 8:
De werkingssubsidie wordt verdeeld onder de jeugdverenigingen die voldoen aan de voorwaarden geformuleerd in art. 3 en op basis van een aantal punten die op de volgende wijze worden toegekend:
Artikel 9:
De werkingssubsidie wordt gedeeld door het aantal punten die alle jeugdverenigingen, die een geldige aanvraag indienden, samen hebben behaald. Zo bekomt men de waarde in geld van één punt en na vermenigvuldiging met het aantal behaalde punten ook het bedrag van de werkingssubsidies die aan elke jeugdvereniging afzonderlijk wordt toegekend.
In geval van noodzakelijke afronding wordt steeds afgerond naar de laagste cent (bijv. € x,0486= € x,04).
Artikel 10:
Voorwaarden en nodige gegevens :
Artikel 11:
De gemeentelijk jeugddienst berekent na ontvangst van alle subsidieformulieren de subsidiebedragen van de jeugdverenigingen. De Gemeentelijke jeugddienst legt dit eerst ter advies voor aan de jeugdraad en nadien ter goedkeuring aan het college van burgemeester en schepenen, vergezeld van het advies van de jeugdraad.
De gemeentelijke financiële dienst betaalt de subsidies uit na beslissing van het college van burgemeester en schepenen en na afloop van een eventuele bezwaarprocedure.
HOOFDSTUK 3: jeugdwerkcheques
Artikel 12:
Om deelname aan het jeugdwerk in de gemeente aan te moedigen komt het gemeentebestuur tegemoet in het lidgeld verbonden aan het lidmaatschap van een door het gemeentebestuur erkende jeugdvereniging.
De tegemoetkoming is een forfaitair bedrag van € 10 per in de gemeente Middelkerke gedomicilieerd lid met een leeftijd tussen 3 jaar (inbegrepen) en 26 jaar (niet inbegrepen).
De jeugdverenigingen die op basis van dit reglement subsidie krijgen, zullen automatisch op basis van hun ledenlijst € 10 per lid extra subsidie krijgen, op voorwaarde dat zij dezelfde korting aan hun leden geven. Hiertoe dienen ze een verklaring op erewoord bij hun subsidiedossier te voegen.
HOOFDSTUK 4 : controle
Artikel 13:
Controle op naleving van het reglement en juistheid van de ingediende gegevens kan op ieder ogenblik uitgeoefend worden door een gemachtigde van het college van burgemeester en schepenen of door het college van burgemeester en schepenen zelf.
Bij vaststelling van onregelmatigheden wordt een verslag gemaakt dat wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen, die op basis daarvan een gemotiveerde beslissing neemt.
Dergelijk verslag wordt tevens op de eerstvolgende bijeenkomst van de algemene vergadering van de jeugdraad ter bespreking voorgelegd.
Artikel 14:
Het college van burgemeester en schepenen kan passende sancties opleggen aan diegene die onjuiste informatie verstrekken of bij wie tekortkomingen bij het invullen van de aanvraagformulieren worden vastgesteld. Het (deels) niet verkrijgen van de subsidies van het desbetreffende kalenderjaar of eventuele uitsluiting, behoren tot deze sanctiemogelijkheden.
HOOFDSTUK 5 : uitzonderingen en bezwaren
Artikel 15:
Behoudens andersluidende wettelijke en decretale bepalingen beslist het college van burgemeester en schepenen over alle uitzonderingen en bezwaren i.v.m. de toepassing van dit reglement.
Een bezwaar kan binnen de 30 kalenderdagen na de bekendmaking van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen en/of de gemeenteraad, schriftelijk ingediend worden via een aangetekend schrijven bij de jeugdraad. Het bezwaar wordt binnen de 60 kalenderdagen na het indienen geadviseerd door de jeugdraad. (Indien de jeugdraad binnen de 60 kalenderdagen geen advies verleent , neemt de bevoegde dienst deze taak op zich.)
Een uitzondering op dit reglement wordt binnen de 60 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag geadviseerd door de jeugdraad. (Indien de jeugdraad binnen de 60 kalenderdagen geen advies verleent, neemt de bevoegde dienst deze taak op zich.)
Daarna wordt de uitzondering of het bezwaar voor verdere en definitieve behandeling overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen. Indien binnen de 180 kalenderdagen na het indienen van een uitzondering of bezwaar geen beslissing wordt genomen door het college van burgemeester en schepenen, wordt het bezwaar als verworpen beschouwd en de uitzondering als onaanvaard beschouwd.