Ontbreken parkeerplaatsen

Gemeente ›› Financiën ››
Parent Previous Next

Belastingreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen – aanslagjaar 2020

Artikel 1: belastbaar feit

Voor een termijn die ingaat op 01/01/2020 en eindigt op 31/12/2020, wordt een belasting gevestigd op het ontbreken van parkeerplaatsen.

Artikel 2: definities

In dit reglement dienen de onderstaande begrippen als volgt verstaan te worden:

Niet gedefinieerde begrippen worden gelezen in hun gebruikelijke juridische betekenis.

Artikel 3:

Parkeerplaatsen op het bouwperceel zelf:
de belasting is ten vroegste verschuldigd één jaar nadat het hoofdgebouw onder dak staat, de ruwbouw van de verbouwingswerken voltooid werd of het gebouw, eventueel gedeeltelijk, bewoond of gebruikt wordt.

Parkeerplaatsen in een gebouw op een belendend bouwperceel:
de belasting is ten vroegste verschuldigd drie jaar nadat het gebouw met de ontbrekende parkeerplaatsen onder dak staat, de ruwbouw van de verbouwingswerken voltooid werd of het gebouw, eventueel gedeeltelijk, bewoond of gebruikt wordt.

Artikel 4: belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de houder van de afgeleverde omgevingsvergunning die één of meer parkeerplaatsen niet heeft aangelegd.

De houder van de omgevingsvergunning blijft steeds, zelfs bij eventuele gehele of gedeeltelijke verkoop van een nieuw op te trekken gebouw of van het gebouw waaraan de verbouwingswerken werden uitgevoerd, het volledig bedrag van de belasting verschuldigd.

Artikel 5:                                          

Onder parkeerplaats wordt verstaan:

5.1. Voor eengezinswoningen, meergezinswoningen en woongebouwen:

§1. Parkeerplaatsen op het bouwperceel zelf

Hetzij een gesloten garage of standplaats in een gesloten ruimte of carport, voor het parkeren van motorvoertuigen, daartoe speciaal aangelegd en uitgerust en als dusdanig aanvaard door het college van burgemeester en schepenen.

§2. Parkeerplaatsen in een gebouw op een belendend bouwperceel

Hetzij een gesloten garage of standplaats in een gesloten ruimte of carport, voor het parkeren van  motorvoertuigen, daartoe speciaal aangelegd en uitgerust en als dusdanig aanvaard door het college van burgemeester en schepenen en aangelegd in een gebouw op een rechtstreeks belendend bouwperceel, mits er een rechtstreekse toegang tussen beide gebouwen is.

5.2. Voor handelsgebouwen, industriële en ambachtelijke gebouwen, remises voor trams, autobussen, taxi's, kantoorgebouwen, autoherstelplaatsen, schouwburgen, bioscopen, concertgebouwen, hotels, ziekenhuizen en klinieken, onderwijsinrichtingen:

Hetzij een gesloten garage, hetzij een standplaats in een gesloten ruimte of in openlucht, daartoe speciaal aangelegd en uitgerust en als dusdanig aanvaard door het college van burgemeester en schepenen.

De parkeerplaats moet aangelegd worden op het bouwperceel zelf waarop het hoofdgebouw zal opgetrokken worden.

5.3. Gemeenschappelijke bepalingen

Artikel 6:

Het aantal aan te leggen parkeerplaatsen wordt als volgt bepaald

6.1.- Woongebouwen

6.2.- Handelsgebouwen, kantoorgebouwen, autoherstelplaatsen

Het betreft de winkels en de warenhuizen voor groot- en kleinhandel alsook de restaurants, cafés en dergelijke.

6.3.- Industriële en ambachtelijke gebouwen, remises voor trams, autobussen en taxi's.

6.4.- Hotels, logiesverstrekkende bedrijven met kamers

6.5.- Logiesverstrekkende bedrijven met vakantiewoningen

6.6.- Schouwburgen, bioscopen, concertgebouwen

6.7.- Ziekenhuizen, klinieken, rusthuizen en seniories

6.8.- Onderwijsinrichtingen

Type onderwijsinrichting

Coëfficiënt

Kleuter- en lager onderwijs
Secundaire scholen
Hoger en niet universitaire onderwijs

1
2
4


6.9 – Sportgebouwen

6.10 – Sportterreinen

Artikel 7: vrijstellingen

Bij gebouwencomplexen voor bejaarden, gebouwd door intercommunale verenigingen of sociale huisvestingsmaatschappijen, volstaat één parkeerplaats per drie woningen.

Woongelegenheden opgericht door een sociale huisvestingsmaatschappij worden van de belasting vrijgesteld behalve wat betreft de sociale koopwoningen. Voor dergelijke sociale koopwoningen dient door de huisvestingsmaatschappij voor elke woongelegenheid een gesloten garage of carport te worden voorzien.

Artikel 8

Het aantal schijven, zoals bedoeld in artikel 6, wordt bekomen door de totale hoeveelheid te delen door de hoeveelheid per schijf. Indien de rest van die deling gelijk is aan of meer bedraagt dan de helft van een schijf, wordt zij als een volle schijf aangerekend, zoniet wordt zij verwaarloosd.

Artikel 9: tarief

Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 1.750 EUR per ontbrekende parkeerplaats.

Artikel 10:

Vooraleer in het bezit te worden gesteld van de omgevingsvergunning, door het college van burgemeester en schepenen afgeleverd, moet de belastingplichtige op eerste verzoek van het gemeentebestuur het vermoedelijk bedrag van de belasting bij de financieel directeur in consignatie geven. Deze consignatie brengt geen intrest op ten voordele van de belastingplichtige of diegene die ze stelt.

Het vermoedelijk bedrag van de belasting wordt vastgesteld op basis van het aantal ontbrekende parkeerplaatsen, berekend aan de hand van de plannen die bij de aanvraag om omgevingsvergunning werden gevoegd.

Artikel 11:

Het definitief aantal ontbrekende parkeerplaatsen wordt vastgesteld door het gemeentebestuur.

De belastingplichtige wordt minimum acht kalenderdatum vooraf uitgenodigd om bij de vaststelling aanwezig te zijn.

Een speciaal daartoe opgesteld proces-verbaal wordt aan de belastingplichtige overgemaakt die over een termijn van dertig dagen beschikt om bij aangetekend schrijven zijn bemerkingen kenbaar te maken aan het gemeentebestuur.

In geval het geconsigneerd bedrag dit van de belasting zou overtreffen, wordt het teveel betaalde bedrag dadelijk aan de belastingplichtige teruggegeven.

Artikel 12: invordering

De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

Artikel 13: bezwaarprocedure

De belastingschuldige kan, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet, tegen deze belasting bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet op straffe van nietigheid schriftelijk, gemotiveerd en ondertekend ingediend worden.

De indiening kan gebeuren door aangetekende verzending, door overhandiging tegen ontvangstbewijs of per email aan ontvangerij@middelkerke.be of elektronische weg, andere dan email indien het daartoe vereiste elektronische platform ter beschikking gesteld wordt door het gemeentebestuur.

De belastingschuldige heeft het recht om gehoord te worden. Indien hij van dit recht wenst gebruik te maken, dan dient hij dit expliciet te vermelden in het bezwaar.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven binnen de 15 dagen na ontvangst ervan.

Artikel 14: wetgeving privacy

De persoonsgegevens verwerkt in het kader van dit belastingreglement worden met zorgvuldigheid en respect voor de privacy behandeld en beveiligd. Het gemeentebestuur van Middelkerke volgt hiervoor de Algemene Verordening Gegevensbescherming (ook wel General Data Protection Regulation of GDPR) en de Belgische privacywet.

Concreet betekent dit onder meer dat:

Een meer uitgebreid overzicht van het beleid op het vlak van verwerking van persoonsgegevens vindt de belastingplichtige terug op www.middelkerke.be.

Artikel 15: bekendmaking

Dit reglement wordt door de burgemeester bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking van het reglement op de webtoepassing van de gemeente.