Heffing activering onbebouwde kavels en gronden.
Artikel 1: definities.
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1° bouwgronden: gronden, met uitsluiting van kavels, die gelegen zijn in een woongebied, palend aan een voldoende uitgeruste openbare weg of in een woonuitbreidingsgebied, palend aan een voldoende uitgeruste openbare weg, op voorwaarde dat het woonuitbreidingsgebied reeds voor bebouwing in aanmerking komt blijkens een principiële beslissing of op grond van artikel 5.6.6 VCRO;
2° kavels: de in een verkavelingsvergunning van een niet-vervallen verkaveling afgebakende percelen;
3° onbebouwd: beantwoordend aan de criteria voor opname in het register van onbebouwde percelen, gesteld bij en krachtens artikel 5.6.1 VCRO;
4° register van onbebouwde percelen: het register, vermeld in artikel 5.6.1 VCRO;
5° industriegrond: gronden, met uitsluiting van kavels, die palen aan een voldoende uitgeruste weg in de zin van artikel 4.3.5 VCRO en gelegen zijn in een zone voor industrie;
6° administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de gemeentelijke activeringsheffing. De personeelsleden die door het gemeentebestuur belast worden met de activeringsheffing bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van de het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
7° uitgeruste weg: ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
Artikel 2: welke percelen en gronden?
§1. Voor een termijn van 6 jaar, beginnend op 01.01.2019 en eindigend op 31.12.2025, wordt een belasting geheven op de onbebouwde gronden die gelegen zijn:
§2. Het gemeentelijk activeringsreglement wijkt expliciet af van artikel 3.2.7 tot en met 3.2.13 van het decreet op het grond- en pandenbeleid. Derhalve zijn deze artikelen uit het grond- en pandendecreet niet van toepassing.
Artikel 3: heffingsbedrag
§1. Het heffingsbedrag wordt vastgelegd op 1€/m², met een jaarlijkse verhoging van 0,10€/m² en een minimaal heffingsbedrag van 200 euro. Het heffingsbedrag is dus als volgt:
§2. De bepaling van de oppervlakte van het perceel gebeurt aan de hand van gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt. In geval van betwisting van de oppervlakte, ligt de bewijslast (en de eventueel hieraan verbonden kostprijs) in handen van de belastingplichtige, onder andere aan de hand van een recente meting door een landmeter.
Artikel 4: wie is heffingsplichtig?
§1. De belasting is verschuldigd door de (rechts)persoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van de onbebouwde kavel of de onbebouwde grond (of in voorkomend geval de opstalhouder of de erfpachter). Behoort een van deze zakelijke rechten toe aan meer dan een persoon, dan is elk van hen hoofdelijk verplicht de verschuldigde heffing te betalen. Met andere woorden: ieder van hen kan worden verplicht om het volledige bedrag te betalen.
§2. In geval van overdracht van eigendom is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd met ingang van 1 januari, die volgt op de datum waarop de overdracht van rechten tussen de partijen plaatsvond.
Artikel 5: wanneer is een perceel/grond bebouwd?
Een kavel of grond wordt als bebouwd beschouwd indien, op 1 januari van het aanslagjaar, het voor bewoning (of indien gelegen in een gebied bestemd voor industrie, een voor industrie) bestemd gebouw voorzien is van dakbedekking. De houder van het zakelijk recht moet de administratie schriftelijk en aangetekend in kennis stellen dat het perceel of de grond bebouwd is.
Artikel 6: vrijstelling van heffing.
§1. Enkel de vrijstellingen opgenomen in dit artikel, zijn van toepassing in de gemeente.
§2. Voor kavels of gronden gelegen in woonzone wordt een vrijstelling verleend indien het kavel of de grond technisch onbebouwbaar is, omwille van:
De eindbeoordeling hiervan ligt bij de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
§3. Voor kavels of gronden gelegen in woonzone wordt een vrijstelling verleend aan de houders van het zakelijk recht wanneer men beschikt over een niet-vervallen stedenbouwkundige vergunning en/of niet-vervallen verkavelingsvergunning tot het bouwen van een woning voor een periode van maximaal 5 aanslagjaren. De start van de vrijstellingsperiode van 5 jaar ligt in het aanslagjaar van toekenning van de vergunning
§4. Voor gronden gelegen in een zone voor industrie, wordt een vrijstelling verleend, indien:
De eindbeoordeling hiervan ligt bij de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
§5. Voor kavels of gronden gelegen in industriezone wordt een vrijstelling verleend aan de houders van het zakelijk recht wanneer men beschikt over een stedenbouwkundige vergunning en/of verkavelingsvergunning tot het bouwen van een industriegebouw voor een periode van maximaal 5 aanslagjaren, te beginnen vanaf de toekenning van de vergunning.
Artikel 7: aangifteplicht.
§1. De eigenaar (of desgevallend de erfpachter of opstalhouder) van een onbebouwde kavel of onbebouwde grond is verplicht om bij het gemeentebestuur aangifte te doen met betrekking tot zijn eigendom, door middel van een daartoe voorbestemd formulier, tenzij de situatie niet veranderd is ten aanzien van het voorgaande aanslagjaar. Het teruggestuurde formulier geldt als aangifte. De aangifte dient te gebeuren binnen een door het gemeentebestuur gestelde deadline.
§2. Op basis van de informatie, ter beschikking van het gemeentebestuur, en de informatie in het voorbestemd formulier, wordt door de administratie nagegaan of het onroerend goed onder de toepassing van de gemeentelijke activeringsheffing valt. De houder van het zakelijk recht wordt schriftelijk op de hoogte gebracht of hij al dan niet heffingsplichtig is.
Artikel 8: invordering van heffing.
De activeringsheffing wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 9: tijdstip van betaling.
De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na het verzenden van het aanslagbiljet. Dit aanslagbiljet wordt onverwijld door de gemeenteontvanger aan de belastingplichtige gestuurd.
Artikel 10: fiscaal bezwaar.
§1. De belastingplichtige heeft het recht om fiscaal bezwaar in te dienen bij het college van burgemeester en schepen, op basis van het decreet van 30/05/2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;
§2. Het fiscaal bezwaarschrift dient, op straffe van nietigheid, schriftelijk ingediend te worden en voldoende gemotiveerd te zijn. De indiening kan gebeuren via aangetekende verzending of door overhandiging tegen ontvangstbewijs;
§3. Het fiscaal bezwaar dient ingediend te worden binnen de drie maanden na het versturen van het aanslagbiljet. De datum waarop het aanslagbiljet verstuurd werd, staat vermeld op het aanslagbiljet;
§4. De belastingplichtige heeft het recht om gehoord te worden. Indien hij van dit recht wenst gebruik te maken, dan dient hij dit expliciet te vermelden in het fiscaal bezwaarschrift;
§5. De belastingplichtige wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen, waarbij hij gewezen wordt op z’n verdere rechten.
Artikel 11: gerechtelijk beroep.
Op basis van artikels 1385 decies en 1385 undecies van het Gerechtelijk Wetboek heeft de houder van het zakelijk recht het recht om binnen de drie maanden na de kennisgeving van de beslissing het recht om gerechtelijk beroep aan te tekenen bij de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, Kazernevest 3 te 8000 Brugge.
Artikel 12: ambtshalve ontheffing
Het college van burgemeester en schepenen verleent ambtshalve ontheffing van overbelastingen die voortvloeien uit materiële vergissingen, op voorwaarde dat die door de administratie werden vastgesteld of door de belastingplichtige aan de administratie werden bekendgemaakt binnen de drie jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting werd gevestigd en de aanslag niet reeds het voorwerp is geweest van een bezwaarschrift dat aanleiding heeft gegeven tot een definitieve beslissing nopens de grond.
Artikel 13: meldingsplicht overdracht zakelijk recht.
Bij overdracht van het zakelijk recht over een onbebouwd perceel of een onbebouwde grond is de houder van het zakelijk recht verplicht binnen de twee maanden na het verlijden van de notariële akte aan het gemeentebestuur mede te delen:
Bij ontstentenis van deze aangifte aan het gemeentebestuur zal de eerstvolgende heffing volgend op de verkoop gevestigd worden op diegene die het zakelijk recht had voor de overdracht van het zakelijk recht.
Artikel 14: Privacy
De persoonsgegevens verwerkt in het kader van de activeringsheffing onbebouwde kavels en gronden worden met zorgvuldigheid en respect voor de privacy behandeld en beveiligd. De gemeente Middelkerke volgt hiervoor de Algemene Verordening Gegevensbescherming (ook wel General Data Protection Regulation of GDPR) en de Belgische privacywet.
Concreet betekent dit onder meer dat:
Een meer uitgebreid overzicht van ons beleid op het vlak van verwerking van persoonsgegevens vind je op www.middelkerke.be.
Het gemeentebestuur heft een gemeentelijke activeringsheffing op:
De heffing wordt ingevoerd om potentiële woonlocaties vrij te maken en grondspeculatie tegen te gaan.
Om te vermijden dat u een aanslagbiljet ontvangt wanneer u niet heffingsplichtig bent, wordt u gevraagd dit formulier in te vullen. Aan de hand van de bekomen informatie, kunnen de gemeentelijke gegevens gecorrigeerd en aangevuld worden. Het kan immers zijn dat u het kavel of de grond ondertussen verkocht hebt, bebouwd hebt of in aanmerking komt voor een vrijstelling. Gelieve het document in te vullen en terug te bezorgen via:
Opgelet! Dit is geen uitnodiging tot betaling! Het aanslagbiljet volgt later, indien u onder de toepassing van het gemeentelijk reglement valt.
Eigenaar/erfpachter/opstalhouder van het perceel.
Indien het perceel verkocht werd vóór 1 januari van het aanslagjaar, dan bent u niet meer heffingsplichtig. De heffing wordt in dat geval gestuurd naar de nieuwe eigenaar. Een overdracht van zakelijke rechten (bv een verkoop) wordt pas tegenstelbaar ten aanzien van derden bij het verlijden van de akte. Een compromis is met andere woorden onvoldoende.
Als bewijsstuk dient u een kopie van de verleden akte bij dit formulier te voegen.
Op basis van artikel 4 van het gemeentelijk reglement wordt een perceel pas als bebouwd beschouwd indien een voor bewoning of voor industrie bestemd gebouw, voorzien van dakbedekking, staat op het perceel. Hierbij zijn verschillende elementen van belang:
Beide voorwaarden dienen tegelijk vervuld te zijn.
Als bewijsstuk dient een kopie van de factuur van de werken of een vorderingsstaat van de werken in te dienen.
Het perceel is niet bebouwbaar.
Leg kort uit waarom het perceel niet bebouwbaar is
…………………………………..…………………………………………………………………..…………
…………………………………..…………………………………………………………………..…………
…………………………………..…………………………………………………………………..…………
…………………………………..…………………………………………………………………..…………
…………………………………..…………………………………………………………………..…………
…………………………………..…………………………………………………………………..…………
…………………………………..…………………………………………………………………..…………
…………………………………..…………………………………………………………………..…………
…………………………………..…………………………………………………………………..…………
…………………………………..…………………………………………………………………..…………
…………………………………..…………………………………………………………………..…………
…………………………………..…………………………………………………………………..…………
…………………………………..…………………………………………………………………..…………
…………………………………..…………………………………………………………………..…………
…………………………………..…………………………………………………………………..…………
Als bewijsstuk dient u een kopie van de vergunning in te dienen.
Indien de industriegrond uw enig onroerend goed is, dan hebt u recht op een vrijstelling.
Als bewijsstuk dient u in te dienen: een recente opzoeking op eigendomstitel, te bekomen bij het registratiekantoor van de FOD Financiën.
Ik verklaar dat deze aangifte oprecht en volledig is
Datum: ……………………………………………………
Handtekening, naam en voornaam,
Op basis van de door u verstrekte gegevens, wordt door de administratie nagegaan of u onder de toepassing van het gemeentelijk reglement ‘activeringsheffing’ valt.
Indien u onder de toepassing van het gemeentelijk reglement valt, dan wordt het perceel of de grond opgenomen in het belastingskohier en ontvangt u een aanslagbiljet.
Indien u het niet eens bent met de heffing, dan hebt u het recht om binnen de drie maanden na ontvangst van het aanslagbiljet fiscaal bezwaar in te dienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het fiscaal bezwaar dient schriftelijk en aangetekend ingediend te worden en dient voldoende gemotiveerd te zijn. Indien u wenst gehoord te worden door het college van burgemeester en schepenen, dan dient u dit expliciet te vermelden in het fiscaal bezwaar.
(De gemeente Middelkerke verwerkt je persoonsgegevens met respect voor je privacy. We volgen hiervoor de Algemene Verordening Gegevensbescherming (ook wel General Data Protection Regulation of GDPR) en de Belgische privacywet. De gegevens die via dit formulier verzameld worden, op basis van het reglement activeringsheffing onbebouwde kavels en gronden, dienen voor het beheer van je dossier m.b.t. heffingsplicht. We maken je gegevens niet bekend aan derden, tenzij we je toestemming hebben of de wet ons verplicht. Op het adres DPO@middelkerke.be kun je steeds vragen welke gegevens wij over je verwerken, kun je ze laten verbeteren of wissen. Als je je toestemming hebt gegeven, dan heb je steeds het recht om je toestemming in te trekken. Ben je het niet eens met de manier waarop wij je gegevens verwerken, kun je je wenden tot de Gegevensbeschermingsautoriteit (www.gegevensbeschermingsautoriteit.be). Lees de privacy policy op www.Middelkerke.be voor meer informatie.)
Meer informatie?
Ilse Ravestyn - huisvesting en wonen -
Gemeentebestuur Middelkerke -
Spermaliestraat 1
8430 Middelkerke
Ilse.Ravestyn@middelkerke.be -
059 31 30 16