Artikel 1:
Par 1: Het overleg heeft plaats tussen een delegatie van de raad voor maatschappelijk welzijn en een delegatie van de gemeenteraad. Deze delegaties omvatten in elk geval de burgemeester of de schepen die de burgemeester aanwijst en de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Par 2: De delegatie van de gemeenteraad bestaat uit 6 leden.
De delegatie van de raad voor maatschappelijk welzijn bestaat uit 4 leden.
Artikel 2:
De schepen van financiën of, bij verhindering, de schepen die hij aanwijst, maakt deel uit van de delegatie van de gemeenteraad wanneer het budget van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of die van een ziekenhuis dat van het centrum afhangt, aan het overlegcomité wordt voorgelegd. Hetzelfde geldt voor de budgetwijzigingen van zodra deze van aard zijn om de toelage van het gemeente te wijzigen evenals voor de beslissingen die het tekort van de ziekenhuizen dreigen te vergroten.
Artikel 3:
Par 1: Telkens wanneer een gemeenteraadslid of OCMW raadslid, dat tevens lid is van het overlegcomité gemeente ‑ OCMW, geen deel meer uitmaakt van de gemeenteraad of van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt bedoeld raadslid onmiddellijk vervangen als lid van het overlegcomité.
Par 2: Wanneer de samenstelling van één der delegaties wijzigt wordt van de beslissing van de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn onverwijld kennis gegeven aan de voorzitter van het OCMW en de burgemeester van de gemeente.
Artikel 4:
Par 1: De secretarissen van de gemeente en van het OCMW nemen het secretariaat waar van het overlegcomité.
Par 2: De notulen worden in dubbel exemplaar staande de vergadering opgemaakt en door de aanwezige leden ondertekend.
Par 3: De burgemeester en de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn maken de notulen van de vergadering van het overlegcomité over ter informatie aan de betrokken raad bij de eerstvolgende vergadering.
Par 4: Elke secretaris behoudt een exemplaar van de notulen.
Par 5: De secretarissen plegen overleg omtrent de verdeling van het materiele werk met betrekking tot het opmaken van de notulen.
Artikel 5:
Telkens wanneer het noodzakelijk wordt geacht en minstens om de drie maanden, wordt het overlegcomité samengeroepen.
Artikel 6:
Par 1: Bij gebreke aan een bijzondere reglementering met betrekking tot de toepassing van artikel 33bis OCMW ‑ wet, valt de toepassing van deze wetsbepaling onder de modaliteiten van bestaande wettelijke bepalingen en uitvoeringsbesluiten met betrekking tot het overleg alsook dit reglement.
Par 2: Telkens wanneer de burgemeester gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid in toepassing van artikel 33bis van de OCMW wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en een bespreking of een stemming omtrent een agendapunt in een zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn heeft verdaagd, wordt het overlegcomité bijeengeroepen uiterlijk binnen de 15 dagen volgend op bedoelde zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 7:
De vergaderingen van het overlegcomité hebben plaats in de zetel van het gemeentebestuur.
Het overlegcomité kan beslissen om zijn vergadering op een andere plaats te houden (cf. toelichting)
Artikel 8:
De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn stelt de agenda op van het overleg, bepaalt de dag en het uur waarop het overleg zal plaatshebben en roept de vergadering van het overlegcomité bijeen.
Hij is er tevens toe gehouden het overlegcomité bijeen te roepen telkens als de burgemeester erom verzoekt en de punten op de agenda te plaatsen die burgemeester voorstelt.
Indien de voorzitter het comité niet bijeenroept, kan de burgemeester dit desgevallend doen.
Artikel 9:
De bijeenroeping geschiedt schriftelijk en aan huis, tenminste vijf vrije dagen voor de dag van de vergadering. Deze termijn kan worden ingekort in spoedeisende gevallen.
Artikel 10:
Par 1: De bijeenroeping vermeldt de agenda van de vergadering.
Wanneer op de agenda punten vermeld staan voorgesteld door de gemeentelijke overheid en/of de OCMW overheid worden de dossiers en de stukken respectievelijk voorbereid door de gemeentesecretaris en door de OCMW - secretaris.
De OCMW- secretaris en de gemeentesecretaris hebben hierover desgevallend met elkaar overleg.
De voorbereidende stukken bij de agendapunten dienen tijdig overgemaakt te worden aan de voorzitter van het OCMW of in voorkomend geval aan de burgemeester of de door hem aangeduide schepen in het geval de bijeenroeping door deze plaatsten geschiedt.
Par 2: Alle dossiers worden ter beschikking van de leden van het overlegcomité gesteld op de zetel van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, gedurende de in artikel 9 bepaalde termijn, met uitzondering van de zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen.
Artikel 11:
Par 1: Over de volgende aangelegenheden kan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn slechts beslissen indien zij vooraf zijn voorgelegd aan het overlegcomité :
1. het meerjarenplan en de budgetten van het centrum alsook die van de ziekenhuizen welke van het centrum afhangen;
2. het vaststellen of wijzigen van de personeelsformatie;
3. het vaststellen of wijzigen van het administratief en geldelijk statuut van het personeel, voor zover die vaststelling of wijziging een financiële weerslag kan hebben of erdoor van het statuut van het gemeentelijk personeel wordt afgeweken;
4. de indienstneming van bijkomend personeel, behalve in gevallen van hoogdringendheid zoals bepaald in artikel 56 van de OCMW ‑ wet;
5. het oprichten van nieuwe diensten of instellingen en de uitbreiding van de bestaande;
6. het oprichten van verenigingen overeenkomstig de artikelen 118 en volgende van de OCMW ‑wet;
7. de budgetwijzigingen, zodra deze van aard zijn dat ze de tegemoetkoming van de gemeente zullen wijzigen evenals de beslissingen met
betrekking tot de ziekenhuizen waardoor hun tekort toeneemt.
8. het voorstel van en de wijzigingen aan het huishoudelijk reglement voor overleg tussen een delegatie van de raad voor maatschappelijk welzijn en een delegatie van de gemeenteraad.
Par 2: Over de volgende aangelegenheden kunnen de gemeentelijke overheden slechts beslissen indien zij vooraf zijn voorgelegd aan het overlegcomité.
1. het vaststellen of wijzigen van het administratief en geldelijk statuut van het personeel, voor zover de desbetreffende beslissingen een weerslag kunnen hebben op de begroting en het beheer van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
2. het oprichten van nieuwe diensten of instellingen met een sociale doelstelling en de uitbreiding van de bestaande.
3. het voorstel van en de wijzigingen aan het huishoudelijk reglement voor overleg tussen een delegatie van de raad voor maatschappelijk welzijn en een delegatie van de gemeenteraad.
Artikel 12:
De burgemeester of de schepen die hij aanwijst, of de voorzitter van de raad van het OCMW, ingeval van verhindering van de burgemeester of diens vervanger, zit het overlegcomité voor.
Artikel 13:
De vergaderingen van het overlegcomité worden gehouden met gesloten deuren.