Artikel 1:
De hierna vermelde bepalingen zijn van toepassing op de geneesheren die bewoners behandelen opgenomen in het WZC ‘de Ril’, Oostendelaan 139 te 8430 Middelkerke.
Erkenningsnummer CE1373 – KCE 1373 – VZB 2296
Rizivnummer 76137377
Artikel 2:
2.1. Elke bewoner heeft ten allen tijde het recht om een beroep te doen op een arts van zijn/haar keuze. Dit recht moet door alle betrokken partijen gewaarborgd worden.
2.2. De arts stelt bij elke opname van een bewoner in het WZC de vereiste stukken op ter staving van de aanvraag om de tegemoetkoming voor diens verzorging en bijstand in de handelingen van het dagelijkse leven (Katz-schaal).
2.3. Het medisch verslag dat hoort bij dit document en de evaluatieschaal moet staven, wordt gedateerd en ondertekend door de huisarts.
Artikel 3:
3.1. De arts zal zich organisatorisch voldoende in het WZC integreren om aan de bewoners de passende geneeskundige hulp en begeleiding toe te dienen, rekening houden met de interne hulpverleningsprocedures en regelgevingen.
3.2. Hij/zij verbindt zich er toe om relevante gezondheidsgegevens van de patiënten interdisciplinair te delen, met toestemming van de bewoner of zijn vertegenwoordiger met het oog op de kwaliteit en continuïteit van de zorg en ondersteuning van de bewoner.
3.3. De huisarts zal, behoudens dringende gevallen, zijn bezoeken houden tijdens de voorziene consultatie-uren in het WZC in de kamer van de bewoner. Op werkdagen zijn de consultatie-uren van 8 u tot 12u en van 13u tot 17u.
3.4. De huisarts contacteert voor elk bezoek de verantwoordelijke verpleegkundige om het zorgdossier en de medicatielijst te consulteren. Hij zal na elk bezoek mondeling en schriftelijk (via communicatieblad) de nodige informatie verstrekken om de door hen te verstrekken verzorging en toediening van medicatie correct te laten verlopen. Hij past tevens het behandelingsplan aan in het medisch dossier.
3.5. De arts engageert zich tot het gebruik van het geneesmiddelenformularium, het gebruik en tijdig aanleveren van elektronische voorschriften (inclusief het regelmatig valideren van het medicatieschema) en de correcte toepassing van de richtlijnen rond antibioticumgebruik. Ook het gebruik van psychofarmaca wordt regelmatig geëvalueerd.
3.6. In geval van overdraagbare ziekten zal de huisarts overleg plegen met de hoofdverpleegkundige van de afdeling en de coördinerend en raadgevend arts (CRA).
Artikel 4:
4.1. De arts zal voor elk van zijn bewoners een medisch dossier aanleggen en bijhouden in het WZC. Een standaardmodel werd aangemaakt in het WZC in samenspraak met de CRA.
4.2. Het protocol van het onderzoek dat de opname voorafgaat, zal samen met het verslag van de gezondheidstoestand van de betrokken bewoner, het basisdocument zijn van het medisch dossier.
4.3. Na overlijden of ontslag van de bewoner wordt het medisch dossier bewaard en gearchiveerd door de arts.
4.4. Bij opname wordt een woonzorgleefplan opgemaakt. Dit dossier bevat een administratief deel, een deel over de zorg en ondersteuning en een medisch deel. Het is enkel toegankelijk voor volgende bevoegde personen:
- de huisarts en/of zijn vervanger
- de CRA, in zijn functie, zoals bij de wet bepaald, waarbij rekening gehouden wordt met de adviezen van de raad van de orde van geneesheren.
- elke arts die instaat voor de dringende medische verzorging van een bewoner.
- het verpleegkundig, verzorgend en paramedisch personeel dat bij de zorg van de bewoner betrokken is.
De arts neemt regelmatig inzage in het woonzorgplan ten einde na te gaan of de medicamenteuze en andere therapieën die door verpleegkundigen en paramedici werden uitgevoerd, overeenstemmen met de behandeling voorgeschreven in het medisch dossier. Alle wijzigingen in behandeling worden door de arts steeds genoteerd en geparafeerd in het medisch dossier.
Artikel 5:
5.1. De arts werkt constructief mee aan het formuleren van praktische en organisatorische adviezen over vroegtijdige zorgplanning, palliatieve zorg en levenseindezorg in samenspraak met de bewoner, wettelijk vertegenwoordiger en de hoofdverpleegkundige. Indien ingeschat kan worden dat de algemene toestand van de bewoner van die aard is dat de palliatieve fase aanbreekt dan werkt de arts mee aan het invullen van het comfort- en palliatief dossier en vraagt de arts het palliatief statuut aan.
5.2. Het is belangrijk dat bewoners in een terminale toestand niet onnodig naar een ziekenhuis worden overgebracht maar dat door alle betrokken partijen de mogelijkheid wordt overwogen om de betrokken bewoner in zijn/haar laatste levensdagen in de vertrouwde zorgkamer te laten doorbrengen. Bij twijfel overlegt de arts met het verpleegteam.
5.3. De instelling staat open voor euthanasievragen. De arts dient bij deze de voorgeschreven voorwaarden en procedures na te leven die beschreven zijn in de wetgeving.
Artikel 6:
6.1. De arts voorziet in een continuïteit van de medische verzorging in geval van afwezigheid wegens verlof, ziekte of een andere reden.
6.2. In dringende gevallen, indien de eigen huisarts niet beschikbaar is, kan een beroep worden gedaan op een arts die het snelst beschikbaar is.
Artikel 7:
Elke arts neemt minstens één keer per jaar deel aan een overlegvergadering met bewoner/familie en-of vertegenwoordiger en het interdisciplinair team. Het eerste overleg vindt in principe plaats 3 maand na de opname van de bewoner.
Artikel 8:
De arts zal zijn kunde uitoefenen met respect voor eenieders filosofische, godsdienstige, morele en politieke overtuiging.
Artikel 9:
Voor de betaling van zijn honorarium werkt de huisarts bij voorkeur met de derdebetalersregeling. Indien remgelden verschuldigd zijn bezorgt de huisarts zijn factuur voor deze remgelden uiterlijk tegen het einde van de maand die volgt op de maand waarop de prestaties verstrekt zijn.
Indien de arts niet werkt met de derdebetalersregeling geeft hij/zij het getuigschrift voor verstrekte hulp af aan de verpleegkundige tijdens zijn huisbezoek.
Het WZC staat in voor de betaling van de erelonen of de factuur voor de remgelden op een door de arts opgegeven rekeningnummer binnen een termijn van 2 maand na het bezoek.
Artikel 10:
Dit reglement kan ten allen tijde worden aangepast in functie van de goede werking van het WZC.