Definities
Artikel 1:
Onder “onthaalouder” wordt verstaan, de kindbegeleider in de gezinsopvang die aangesloten is bij de organisator van de gezinsopvang, verder ”gemeentelijke dienst voor onthaalouders” genoemd, en onder toezicht van de dienstverantwoordelijke kinderen opvangt die door deze dienst bij haar (hem) geplaatst werden.
Onder gepresteerde dagen of prestatiedagen wordt verstaan: elke volle dag opvang van een kind zoals bepaald in het huishoudelijk reglement van de gemeentelijke dienst onthaalgezinnen. Indien een kind, een halve of derde dag bij de onthaalouder verbleef, worden deze dagen berekend tot volle dagen (twee halve dagen of drie derde dagen tellen als één prestatiedag.)
Onder “samenwerkende onthaalouders – gezinsopvang” wordt verstaan, twee kindbegeleiders in de gezinsopvang die elk aangesloten zijn bij de gemeentelijke dienst voor onthaalouders en op eenzelfde locatie onder toezicht van de dienstverantwoordelijke maximum 8 kinderen gelijktijdig opvangen die door deze dienst bij hen geplaatst werden.
Onder “samenwerkende onthaalouders – groepsopvang” wordt verstaan, twee of drie kindbegeleiders die elk aangesloten zijn bij de gemeentelijke dienst voor onthaalouders en op eenzelfde locatie met minimum 9 vergunde plaatsen / maximaal 18 vergunde plaatsen onder toezicht van de dienstverantwoordelijke kinderen opvangen die door deze dienst bij hen geplaatst werden.
Start- en uitbreidingspremie
Artikel 2:
Startende onthaalouders krijgen eenmalig een premie van € 75 per vergunde plaats.
Bij uitbreiding van een vergunde gezinsopvang (eventueel tot een vergunde groepsopvang), wordt € 75 per bijkomende vergunde plaats toegekend.
De uitbetaling van de premie gebeurt binnen de drie maanden na de formele start of uitbreiding.
Artikel 3
De premie vermeld in artikel 2 – 1e lid zal worden teruggevorderd indien de onthaalouder de werking beëindigt binnen het jaar na ondertekening van de overeenkomst tot aansluiting, behoudens in geval van overmacht waarover het college van Burgemeester en Schepenen oordeelt.
De premie vermeld in artikel 2 – 2de lid zal worden teruggevorderd indien de onthaalouder de werking vermindert binnen het jaar na ondertekening van de overeenkomst tot uitbreiding, behoudens in geval van overmacht waarover het college van Burgemeester en Schepenen oordeelt.
Toelage voor vorming, afvalverwerking en materiële ondersteuning
Artikel 4:
Jaarlijks wordt in het budget een krediet voorzien als toelage voor vorming, afvalverwerking en materiële ondersteuning van de onthaalouders.
De toekenning gebeurt volgens onderstaande voorwaarden en modaliteiten.
Vormingstoelage
Artikel 5:
Binnen de perken van het beschikbaar krediet wordt aan iedere onthaalouder die aan de gestelde voorwaarden voldoet een vormingstoelage toegekend.
Om in aanmerking te komen voor de vormingstoelage, dient de onthaalouder minstens 12 uren vorming per kalenderjaar te volgen, waarvan minstens deelname aan 3 vormingsmomenten die door de gemeentelijke dienst worden georganiseerd. Voor onthaalouders die geen volledig jaar kinderen opvingen, wordt de verwachte aanwezigheid op de vormingsmomenten én het aantal vormingsuren verhoudingsgewijs verminderd.
De vorming kan georganiseerd worden door de gemeentelijke dienst zelf, door organisaties waarmee de gemeentelijke dienst samen werkt of door externe organisaties. Voor vorming aangeboden door externe organisaties moet de inhoud van deze vorming functioneel zijn mbt de kinderopvang en dient betrokken onthaalouder hiervan een attest te bezorgen met vermelding van onderwerp en duur van de vorming.
De dienstverantwoordelijke kan onthaalouders bepaalde vorming aanraden.
Artikel 6:
De totale vormingstoelage bedraagt 50% (desgevallend afgerond op de laagste cent) van het krediet vermeld in artikel 4 van dit reglement.
De individuele vormingstoelage aan een onthaalouder kan per jaar nooit meer dan 400 euro bedragen.
De individuele vormingstoelage aan een onthaalouder is gelijk aan het bedrag van de totale vormingstoelage gedeeld door het aantal onthaalouders die aan de gestelde voorwaarden voldoen om een vormingstoelage te bekomen. Dit bedrag wordt desgevallend afgerond op de laagste cent of begrensd tot het bedrag vermeld in het 2de lid.
De individuele vormingstoelage wordt betaald na verloop van het voorgaande kalenderjaar waarop de in aanmerking genomen vormingsuren betrekking hebben.
Afvalverwerkingstoelage
Artikel 7:
Binnen de perken van het beschikbaar krediet wordt aan iedere onthaalouder die aan de gestelde voorwaarden voldoet een afvalverwerkingstoelage toegekend.
Het beschikbaar krediet wordt bekomen door het krediet vermeld in artikel 4 van dit reglement te verminderen met de totale vormingstoelage.
Artikel 8:
De afvalverwerkingstoelage bedraagt 10 eurocent per onthaalouder per prestatiedag.
Ingeval het beschikbaar krediet onvoldoende is om de voorziene afvalverwerkingstoelage uit te betalen, wordt het bedrag van de toelage evenredig verminderd.
De individuele afvalverwerkingstoelage wordt verrekend en betaald op basis van de prestaties geleverd in het voorafgaande jaar.
Toelage voor materiële ondersteuning
Artikel 9:
Binnen de perken van het beschikbaar krediet wordt aan iedere onthaalouder die aan de gestelde voorwaarden voldoet een toelage voor materiële ondersteuning toegekend.
Het beschikbaar krediet wordt bekomen door het krediet vermeld in artikel 4 van dit reglement te verminderen met de totale vormingstoelage en de totale afvalverwerkingstoelage.
Artikel 10:
De toelage voor materiële ondersteuning wordt toegekend bij wijze van compensatie voor het vervangen van het versleten eigen materiaal (kinderbedjes, luierkussen, speelgoed, …) en noodzakelijke aanpassingen aan de woning (veiligheidsvoorschriften, rookmelders, …).
De individuele toelage voor materiële ondersteuning aan een onthaalouder is gelijk aan het bedrag van de toelage voor materiële ondersteuning gedeeld door het aantal prestatiedagen, vervolgens te vermenigvuldigen per onthaalouder die aan de gestelde voorwaarden voldoet met het aantal prestatiedagen van die onthaalouder. Dit bedrag wordt desgevallend afgerond op de laagste cent.
De toelage voor materiële ondersteuning wordt betaald na het voorleggen van aankoopbewijzen. Elke onthaalouder ontvangt vooraf een bericht met vermelding van het maximumbedrag dat door aankoopbewijzen moet worden verantwoord.
De individuele toelage voor materiële ondersteuning wordt verrekend en betaald op basis van de prestaties geleverd in het voorafgaande jaar.
Overgangsbepaling
Artikel 11:
Bij wijze van overgangsbepaling wordt 150 euro vormingstoelage toegekend aan iedere onthaalouder die bij de gemeentelijke dienst onthaalouders aangesloten was op 31/12/2014 en in de loop van 2014 minstens 12 uren vorming heeft gevolgd overeenkomstig hetgeen bepaald in artikel 5 van dit reglement.
Sancties
Artikel 12:
Het college van burgemeester en schepenen kan passende sancties opleggen aan diegenen die onjuiste informatie verstrekken.
Het (deels) niet verkrijgen van de toelagen van het desbetreffende kalenderjaar of eventuele uitsluiting, behoren tot deze sanctiemogelijkheden.
Uitzonderingen en bezwaren
Artikel 13:
Behoudens andersluidende wettelijke of decretale bepalingen beslist het college van burgemeester en schepenen over alle uitzonderingen en bezwaren i.v.m. de toepassing van dit reglement.