Huishoudelijk reglement basisonderwijs

Gemeente ›› Onderwijs ››
Parent Previous Next

Huishoudelijk reglement van het GEMEENTELIJK BASISONDERWIJS – MIDDELKERKE

Origineel hervastgesteld door de gemeenteraad dd. 10/12/2009

Interne dossierbeheerder en contactpersoon: dienst onderwijs gemeente Middelkerke

Inhoudsopgave

  1. Mededelingen aan het personeel.
  2. Mededelingen aan de directie.
  3. Agenda van de leerkracht en aanwezigheidsregister.
  4. Lesvoorbereidingen.
  5. Observatiefiches.
  6. Niveaulezen.
  7. Planning tijdens het schooljaar.
  8. Schoolwerkplan.
  9. Navormingen
  10. Extramurosactiviteiten.
  11. Personeelsvergaderingen.
  12. Oudercontacten.
  13. Heen- en weerschriftje in het kleuteronderwijs.
  14. Schoolagenda van de leerlingen lager onderwijs.
  15. Mededelingen aan ouders.
  16. Stiptheid – tucht – orde en netheid.
  17. Fotokopie.
  18. GSM - gebruik
  19. Afsluiten van het schoolgebouw.
  20. Centrale verwarming en verlichting.
  21. Bewaring van documenten.
  22. Didactisch materiaal.
  23. Afwezigheid van leerlingen.
  24. Leerlingen die ontslagen zijn van zwemmen,L.O. of andere klasactiviteiten.
  25. Zieke en gekwetste leerlingen.
  26. Het verlaten van de school door personeel.
  27. Het verlaten van de school door het leerlingen.
  28. Toezichten: op de speelplaats.
  29. Toezichten:bij het begin van de lessen en het verlaten van de klas.
  30. Toezichten: bij het verlaten van de school.
  31. Toezichten: bij het zwemmen en turnen.
  32. Vervangingen
  33. Afrekenen van gelden.
  34. Melk- en fruitsapbedeling.
  35. Maaltijden en soep.


Algemeen: bij afwezigheid van de directeur neemt de schoolverantwoordelijke de verantwoordelijkheid voor de afdeling. De schoolverantwoordelijke neemt geen bindende beslissingen.


1. Mededelingen aan het personeel


- Interne mededelingen: een mededeling die de praktische gang van zaken regelt.

- Dienstnota: een mededeling aan het personeel met verplichtend karakter. Een dienstnota wordt

 bewaard bij de verslagen van de personeelsvergaderingen.

- Verslag personeelsvergadering: de gemaakte afspraken tijdens een personeelsvergadering

 worden, na goedkeuring in de volgende vergadering, bindend. Verslagen van  

 personeelsvergaderingen worden door de klasleerkracht 3 jaar bewaard.



2. Mededelingen aan de directie


De directeur wordt steeds vooraf op de hoogte gebracht van schriftelijke mededelingen of brieven van leerkrachten aan ouders of omgekeerd.

Indien er door leerkrachten samenkomsten met een pedagogisch, didactisch of schoolorganisatorisch karakter (werkgroepen,…) worden georganiseerd moet de directeur hiervan in kennis worden gesteld.

Speciale en/of belangrijke gegevens i.v.m. de leerlingen moeten aan de directeur tijdig worden meegedeeld.


De directeur moet onmiddellijk op de hoogte gebracht worden van bijzondere voorvallen met kinderen. Zodoende kan hij gepast reageren op eventuele reacties, opmerkingen en klachten van de ouders.

Indien de leerkracht weet of vermoedt dat een kind (afwezig of niet) een besmettelijke ziekte heeft, is hij verplicht dit onmiddellijk aan de directeur te melden.


Wanneer een klasleerkracht een uitstap plant, wordt de directeur daarvan schriftelijk op de hoogte gebracht.



3. Agenda van de leerkracht en aanwezigheidsregister


Agenda van de leerkracht

Het is aangewezen de agenda dagelijks bij te houden. Zo toont de klasleerkracht aan dat er planmatig en doelgericht gewerkt wordt. De agenda vermeldt minimaal:

  1. kleuterafdeling
  2. lagere afdeling


Verder is in de klas nog aanwezig: een lesrooster, rooster met toezichten, een weekplanning voor de week die volgt.



Aanwezigheidsregister

De leerkracht vult tijdens het eerste half uur van elke halve klasdag het register in.
Heb aandacht voor de juiste afkortingen bij het invullen van je register.
Afwezigheidattesten van leerplichtige kinderen worden door de klasleerkracht opgespaard en opgevolgd op de daartoe speciaal voorziene documenten.

Vanaf de eerste klasdag van september wordt het register volledig en correct bijgehouden.
Er is in de uiterst rechtse kolom steeds plaats om opmerkingen in verband met de aan- of afwezigheden te noteren. Gebruik steeds onuitwisbare inkt, geen vulpen of potlood. Ook het gebruik van een corrector mag niet.
De verificateur heeft de bevoegdheid om dit document te controleren vanaf de eerste schooldag.
Het aanwezigheidsregister wordt eind juni aan de directie afgegeven.



4. Lesvoorbereidingen


De leerkrachten moeten kunnen aantonen dat ze de lessen degelijk gepland en voorbereid hebben.

De directie kan een lesvoorbereiding eisen.



5. Observatiefiches


Elke leerkracht van de kleuterafdeling houdt een observatiesysteem bij, waarin zij de vorderingen en eventuele problemen van elke kleuter noteert.  Dit gebeurt vaak occasioneel, doch zeker tweemaal per schooljaar worden die telkens waar nodig bijgewerkt.


Ook in de lagere afdeling noteert de klasleerkracht tweemaal per schooljaar (laatste M.D.O. – gesprek) naast de procenten voor de hoofdvakken de eventuele opvallende zaken die hij/zij in de loop van het jaar bij de leerling vaststelt of ervaart in het kindvolgsysteem.

Dit kunnen o.a. zaken op medisch, cognitief of affectief vlak zijn die in de toekomst mogelijks een invloed of weerslag op dit kind kunnen hebben, en die voor collega’s nuttig zijn voor een optimaal functioneren van het kind.


Het kindvolgsysteem (kleuter en lager) wordt bij het einde van het schooljaar met de collega van de volgende klas besproken en doorgegeven. De leerkracht van het zesde leerjaar geeft die aan de directeur die ze bewaart in het schoolarchief. Ook wanneer een leerling de school verlaat worden die documenten in het schoolarchief bewaard.



6. Niveaulezen


Het zorgteam organiseert en coördineert het niveaulezen.

Voor het eerste leerjaar echter vangt het niveaulezen pas aan eind januari.

Op basis van de leestesten worden de leerlingen in niveaugroepen verdeeld.

Leesouders en leerkrachten begeleiden deze groepen op nader te bepalen tijdstippen



7. Planning tijdens het schooljaar


Elke school heeft de maatschappelijke opdracht de ontwikkelingsdoelen na te streven en de eindtermen te realiseren. Onze school doet dit door het realiseren van de leerplannen O.V.S.G. Planning is noodzakelijk om een evenwichtige spreiding van alle leerdomeinen over het volledige schooljaar te bewaken.

Iedere leerkracht moet kunnen aantonen dat er planmatig gewerkt wordt.



8. Schoolwerkplan (SWP)


Het volledige SWP bestaat uit een vast en een variabel gedeelte.

Het SWP bevindt zich in het secretariaat van de school. Dit is steeds ter inzage van de leerkrachten.

De leerkrachten bewaren in hun klas wel:



9. Navormingen


Elk jaar stelt de school in onderling overleg een nascholingsplan op. Na goedkeuring wordt het in het SWP opgenomen. Het plan bevat naast de 3 halve teamgebonden studiedagen, ook de lijst van vorming voor deelgroepen of individuele leerkrachten. Van elk teamlid wordt verwacht dat hij zijn professionaliteit verhoogt via geregelde vorming. De school opteert en moedigt leerkrachten aan minstens om de 3 jaar een individuele scholing te volgen.


Indien de vorming tijdens de normale lesmomenten valt, maakt de betrokken leerkracht afspraken voor de opvang van de klasgroep. Ook de overname van eventuele toezichten wordt vooraf geregeld. Indien mogelijk wordt een korte vervanging geregeld.



10. Extramurosactiviteiten


Extramurosactiviteiten mogen uiteraard niet exclusief toeristisch of recreatief van aard zijn. Het gaat om schoolse activiteiten met een onderwijzend en opvoedend karakter, die echter buiten de schoolmuren doorgaan. Het behoort tot de vrijheid van het schoolbestuur de pedagogisch-didactische uitbouw van deze activiteiten te bepalen, mits deze geïntegreerd zijn in het eigen schoolwerkplan en de continuïteit van het onderwijs verzekerd blijft.

Zgn. schoolreizen moeten opgevat worden als pedagogische excursies die degelijk in het hele schoolgebeuren moeten voorbereid en verwerkt worden (werkbundel voor de leerlingen). Zij beperken zich tot leeruitstappen van een halve of een hele dag éénmaal per schooljaar.

Een didactische uitstap is een verplaatsing van de leerlingen van één of meer klassen in de onmiddellijke schoolomgeving. De uitstap heeft vanzelfsprekend betrekking op de schoolactiviteiten. Het onderwerp en de doelen zijn terug te vinden in de agenda van de klasleerkracht. De opgedane leerstof en waarnemingen krijgen hun schriftelijke verslagen in één of meerdere lessen.


Voor didactische uitstappen kan men een bus aanvragen. De busaanvragen gebeuren drie keer per schooljaar. Het is wenselijk om op het einde van ieder schooljaar zoveel mogelijk aanvragen in te dienen voor het komende schooljaar. De aanvragen gebeuren schriftelijk.



11. Personeelsvergaderingen


Algemene agenda:

       - goedkeuren van het verslag van de vorige vergadering
       - informatief deel
       - schoolorganisatie
       - het pedagogisch - didactisch gedeelte wordt altijd geleid door de directeur, de

 pedagogische begeleider GOW, een coördinator of de beleidsondersteuner.

Timing: wordt vooraf per uitnodiging kenbaar gemaakt.


Duur:        - aanvang: 16.30u.

       - einde: 18.30u.


Omwille van speciale omstandigheden kan de vergadering worden verschoven of zelfs volledig wegvallen.

Personeelsleden kunnen enkel ontslagen worden van het bijwonen van een P.V., na melding aan en met toestemming van de directeur.

Wie minimum 12 uren presteert dient op elke vergadering aanwezig te zijn.



12. Oudercontacten


- Volledige school:

eind augustus is er een opendeurdag voor alle leerlingen en hun ouders.

Ook een kwartier vóór en na de lessen is een kort gesprek tussen ouders en leerkrachten mogelijk.

- Kleuterafdeling:

Alle ouders worden twee keer per jaar op school uitgenodigd: in januari & in juni. Tijdens het oudercontact worden de vorderingen aan de ouders voorgelegd en besproken.

De ouders van de peuters worden voor de instapdag op school uitgenodigd voor een kennismaking met de peuterklas.

Eind juni wordt er een ouderavond georganiseerd waarop leerkrachten en ouders het voorbije schooljaar en de overstap naar de volgende klas bespreken.

Lagere afdeling:

Er worden minstens twee oudercontacten voorzien per schooljaar;

Tijdens die oudercontacten worden de examenresultaten besproken alsook een evaluatie van de vorderingen of vastgestelde tekorten.



13. Heen-en weerschriftje in het kleuteronderwijs


Een heen-en weerschriftje is een waardevol element in de communicatie tussen de school en de ouders. In het heen- en weerschrift staan de aangeleerde liedjes en versjes en ook informatie betreffende de aangebrachte thema’s in de klas. Alle belangrijke info kan aan de ouders meegedeeld worden. Ook de ouders kunnen het heen- en weerschrift als communicatiemiddel gebruiken.



14. Schoolagenda van de leerlingen lager onderwijs


Vanaf het eerste leerjaar wordt er een agenda bijgehouden.

Het opmaken van contractwerk is zeker toegelaten, zelfs wenselijk.

De leerkrachten paraferen de agenda’s wekelijks. De ouders tekenen dagelijks de agenda.



15. Mededelingen aan ouders


Ouders worden tijdig ingelicht over activiteiten in de klas, uitstappen, …. Dit gebeurt liefst schriftelijk.


Indien een leerkracht een brief meegeeft met de leerlingen, wordt dit eerst aan de directeur voorgelegd. Gebruik daarvoor ook steeds een blad met briefhoofd.



16. Stiptheid – tucht – orde en netheid


Stiptheid

De lessen en de toezichten vangen stipt aan. Verontschuldigingen worden hier niet aanvaard.

Na het belsignaal voor het begin van de lessen wordt gevraagd dat de klasleerkrachten onmiddellijk hun klas vervoegen. Zo helpt iedereen instaan voor de orde op de speelplaats.

Stiptheid wordt steeds van de kinderen geëist.  Dit behoort tot de opvoedende taak. Het goede voorbeeld van de leerkracht is hier goud waard.


Tucht

De leerkrachten eisen respect van de leerlingen en bouwen een goede vertrouwensrelatie op met hun leerlingen.

Als leerkracht - opvoeder ontstaat er spontaan een afstand tussen jezelf en het kind. Deze afstand mag het gevoel van veiligheid en geborgenheid niet ondermijnen.

Tucht is voor een belangrijk deel: goede organisatie, controle en stiptheid.

Straf is echter geen synoniem voor tucht. Beperk het straffen tot een strikt minimum. Als je straft, probeer dat ook zinvol te doen en te differentiëren.

Orde en netheid

Orde en netheid heeft o.a. betrekking op: bureaus, kasten, banken, vensterbanken, rekken, bloempotten, borden, boekentassen, handdoeken, schriften en mappen.


De leerkrachten zorgen dat hun klas in zo’n toestand is dat zij op een behoorlijke en gemakkelijke wijze door het onderhoudspersoneel kan onderhouden worden.


De aandacht van de leerlingen moet er regelmatig op gevestigd worden dat zij de klassen, polyvalente ruimten, gangen en speelplaatsen proper houden.


De kledingstukken hangen netjes aan de kapstokken. Elke klasleerkracht is verantwoordelijk voor zijn klas. De klasleerkracht  draagt er ook zorg voor dat de overdekte kapstokken netjes achtergelaten worden door de kinderen.


De leerlingen nemen hun zwemgerei ‘s avonds naar huis mee. De leerkracht lichamelijke opvoeding ziet erop toe dat de turnkledij regelmatig gewassen wordt.


De leerkrachten doen regelmatig navraag i.v.m. achtergebleven kledingstukken.

Voor een vakantieperiode wordt extra aandacht besteed aan het mee naar huis nemen van alle mogelijke gerei: turnpakken, jassen en andere kledingstukken, knutselgerei,…



17. Fotokopie


Elke leerkracht heeft het recht zijn lessen te geven, te illustreren of aan te vullen met kopieën.

Het kopieerapparaat staat vrij ter beschikking van de leerkrachten. Er worden enkel kopieën gemaakt voor activiteiten die stroken met de pedagogisch didactische opdracht van de leerkracht.

In het weekend mag er gekopieerd worden

Elke leerkracht beperkt ook het papierverbruik door zoveel mogelijk recto-verso te kopiëren.



18. GSM-gebruik


GSM – gebruik is tijdens aanwezigheid van de leerlingen, op geen enkele manier, toegestaan. Tijdens de pauzes kan het gebruik van de GSM wel maar is, gezien het sociale aspect van die momenten, niet echt wenselijk.


GSM – gebruik door de leerlingen wordt niet toegestaan.



19. Afsluiten van het schoolgebouw


Elke leerkracht zorgt ervoor dat, bij het verlaten van het schoolgebouw, de school afgesloten wordt.



20. Centrale verwarming en verlichting


In de winterperiode zorgt elke leerkracht ervoor dat de deuren en de vensters van het klaslokaal elke avond dicht zijn. Elke klasleerkracht is verantwoordelijk voor de verwarming in het eigen lokaal.

Samen dragen we zorg voor de verwarming van het hele schoolgebouw.


Nadat jij of je klasgroep een buitendeur passeert, doe je die dicht. Immers “deuren sluiten = koude buiten”.


Het is belangrijk dat er in alle leslokalen voor voldoende verlichting gezorgd wordt. Spring echter ook niet te kwistig om met energie! Elke leerkracht dient - bij het verlaten van zijn klas en/of de polyvalente ruimten (‘s middags en/of ‘s avonds) - de lichten te doven.


Gebruik ook de pauzes om het leslokaal te verluchten, verse lucht warmt immers sneller op.



21. Bewaring van documenten


Maandelijkse toetsen: gedurende het lopende schooljaar.

Examens: januari en juni: secretraiaat.
Examenuitslagen: secretariaat
Aanwezigheidsregisters: secretariaat
Planningsdocumenten leerkracht: 3 jaar
Leerlingendossier zorgbeleid: secretariaat

Register getuigschriften: secretariaat


Persoonlijke dossiers en toetsen worden na de bewaarperiode vernietigd.



22. Didactisch materiaal


Het gemeenschappelijk didactisch materiaal dat in de school aanwezig is, wordt onmiddellijk na gebruik ordelijk teruggelegd, zodat het opnieuw beschikbaar is voor anderen.



23. Afwezigheid van leerlingen


Indien de leerkracht weet of vermoedt dat een kind (afwezig of niet) een besmettelijke ziekte heeft, is hij verplicht dit onmiddellijk aan de directeur te melden.

Bij afwezigheden van meer dan 3 dagen is het wenselijk dat de klasleerkracht contact opneemt met de ouders van de afwezige leerling. Zo toont de leerkracht zijn bekommernis, wat de ouders ten zeerste appreciëren. Het is voor de lagere afdeling meteen ook een gelegenheid om afspraken te maken i.v.m. eventuele taken.

In het kleuteronderwijs moet afwezigheid van niet leerplichtigen niet gewettigd worden door medische attesten. Het is wel wenselijk dat ouders de kleuteronderwijzers informeren omtrent de afwezigheid van hun kind. Leerplichtige kleuters vallen onder dezelfde regeling als de leerlingen lager onderwijs.


Notatie in het aanwezigheidsregister:


Ø Voor het kleuteronderwijs : de aanwezigen worden uitsluitend aangeduid met een verticaal streepje. De afwezigen worden voorlopig en onuitwisbaar aangeduid met een horizontaal streepje (geen puntje) en achteraf aangevuld met een passend teken van zodra de juiste reden van de afwezigheid gekend is. Deze tekens zijn:

A = afwezig

L = laattijdig aangekomen

T = tijdelijk in type 5 school

Ø Voor het lager onderwijs of leerplichtige leerlingen in het kleuteronderwijs : enkel de afwezigheden dienen te worden aangeduid in het register. Er moeten geen verticale streepjes meer geplaatst worden ter aanduiding van de aanwezigheden. De afwezigen worden voorlopig en onuitwisbaar aangeduid met een horizontaal streepje (geen puntje) en achteraf aangevuld met een passend teken van zodra de juiste reden van de afwezigheid gekend is. Deze tekens zijn:

L = laattijdig aangekomen

T = tijdelijk in type 5 school

Z = afwezigheid wegens ziekte met een verklaring van de ouders, te nummeren als Z1-Z2-Z3-Z4

D = afwezigheid wegens ziekte gewettigd door een medisch attest uitgereikt door een arts

R = 'van rechtswege' gewettigde afwezigheden mits voorlegging van - naargelang van het geval - een verklaring van de ouders of een document met officieel karakter, tot staving van de afwezigheid

S = het actief deelnemen in het kader van een individuele selectie of lidmaatschap van een vereniging aan culturele en/of sportieve manifestaties met voorafgaand akkoord van de directie

P = in uitzonderlijke omstandigheden afwezigheden voor persoonlijke redenen met voorafgaand akkoord van de directeur

V = de afwezigheid van kinderen van binnenschippers, kermis- en circusexploitanten en -artiesten en woonwagenbewoners, om de ouders te vergezellen tijdens hun verplaatsingen (de zgn. 'trekperiodes') onder bepaalde voorwaarden

B = problematische afwezigheden (de B staat voor begeleiding)

C = afwezigheden voor topsporttrainingen voor de sporten tennis, zwemmen en gymnastiek onder bepaalde voorwaarden en mits de toestemming van de directeur



24. Leerlingen die ontslaan zijn van zwemmen, L.O. of andere klasactiviteiten


Indien de leerlingen bepaalde lessen niet volgen en noodgedwongen in een andere klas dienen te verblijven, krijgen ze een taak mee.

Deze leerlingen zonder toezicht in de klas achterlaten, is niet toegelaten.

Het is ook niet toegelaten leerlingen zonder begeleiding in een lokaal achter te laten.
Indien een bijzondere leermeester afwezig is, blijft de klasleerkracht steeds verantwoordelijk voor het toezicht over de leerlingen.



25. Zieke en gekwetste leerlingen


Elke leerkracht of de E.H.B.O. verantwoordelijke verzorgt schrammen en schaafwonden van de leerlingen waarvoor hij/zij verantwoordelijk is. Bij ernstige verwondingen worden de ouders, grootouders,… verwittigd.

De directeur of een klasvrije leerkracht begeleidt de zwaar gekwetsten naar de dokter of naar het ziekenhuis. In sommige gevallen kan het nodig zijn dat een collega hem/haar vergezelt.

De verantwoordelijke leerkracht schenkt de nodige aandacht aan elke leerling die zich ziek voelt of gekwetst is. De betrokken leerkracht treft de nodige schikkingen om de leerling zo vlug mogelijk te helpen.


26. Het verlaten van de school door het personeel


Indien een leerkracht niet aanwezig kan zijn in de klas, moet hij steeds, via de directeur, een ander personeelslid vragen om het toezicht op zijn leerlingen te verzekeren. Bovendien moet hij de leerlingen voor de duur van zijn afwezigheid taken opgeven. Deze situatie kan zich enkel in uitzonderlijke gevallen voordoen en de klasleerkracht samen met de toezichthoudende leerkracht blijft steeds verantwoordelijk voor de leerlingen.

Leerkrachten, die omwille van omstandigheden de school verlaten, stellen de directeur hiervan in kennis. Dit geldt uiteraard niet voor afwezigheden ten gevolge van hun gewone opdracht of voor bijzondere opdrachten waarmee zij door de directeur belast zijn.


27. Het verlaten van de school door de leerlingen


Leerlingen moeten constant onder toezicht staan, zelfs wanneer de klasleerkracht het noodzakelijk acht de klas op te splitsen in diverse groepen. De leerkrachten vergewissen zich ervan dat het toezicht over de leerlingen steeds gegarandeerd wordt en nemen daartoe de nodige maatregelen.

Onder geen enkele voorwaarde mag een leerling de school verlaten, tenzij een verantwoordelijke leerkracht daartoe de toestemming heeft gegeven.



28. Toezichten op de speelplaats


De toezichten worden ieder schooljaar geregeld en zijn opgenomen in een rooster. Indien een leerkracht door omstandigheden belet is een toezicht te houden dan regelt hij/zij zelf een vervanging door een collega.


Gevaarlijke spelen zijn niet toegestaan.


Bij ruw spel of vechten treedt de leerkracht onmiddellijk op.


Onder leiding van de leerkrachten zijn de kinderen verantwoordelijk voor de netheid van de speelplaats.


De leerkrachten, belast met het toezicht tijdens de speeltijden, zullen na het belsignaal bij de rijen blijven, tot de klasleerkrachten aanwezig zijn. De leerkrachten zorgen ervoor dat direct na het belsignaal hun klas vervoegen.



29. Toezichten bij het begin van de lessen en het verlaten van de klas


De leerkrachten begeleiden hun klas ordevol naar binnen en zorgen dat de kledingstukken behoorlijk aan de kapstokken worden gehangen.

Bij koud en regenachtig weer letten de klasleerkrachten erop dat de leerlingen zich behoorlijk kleden.


Bij aanvang van de speeltijden begeleiden alle leerkrachten hun leerlingen tot op de speelplaats. Dit geldt voor iedereen.



30. Toezichten bij het verlaten van de school


Afhalen door ouders: Bij het verlaten van de school begeleiden de klasleerkrachten de leerlingen tot aan de poort.


Begeleiden van de rij: kinderen die met de rij begeleid worden verzamelen op de speelplaats en vertrekken onder begeleiding van de verantwoordelijke leerkracht. Die helpt ook de kinderen, waar nodig, bij het oversteken van de rijweg.


31. Toezichten bij zwemmen en turnen


Tijdens de verplaatsing:

De klasleerkrachten (meestal om beurt) begeleiden de leerlingen naar en van het zwembad.
Leerlingen die ontslagen zijn van zwemmen, worden naar de andere klas gebracht. Zij krijgen een taak.


In de kleedkamer.
Alle klasleerkrachten houden toezicht tijdens het omkleden in de kleedkamers. Het omkleden gebeurt rustig en in stilte.
De leerkrachten zorgen dat de algemene regels i.v.m. hygiëne worden nageleefd.
Zij controleren tevens of de kinderen na het zwemmen zich goed afdrogen en zich behoorlijk hebben aangekleed vooraleer zij naar buiten gaan.


Toezicht bij het zwemmen:
De klasleerkracht is medeverantwoordelijk voor zijn leerlingen, ook al krijgen de leerlingen les van een bijzondere leermeester.
Elke klasleerkracht bevindt zich aan de boord van het bad (eventueel met een deelgroep) zodat die samen met de lesgever het toezicht kan verzekeren. Afwijkingen hierop kunnen niet toegestaan worden!



32. Vervangingen


Bij afwezigheid van een leerkracht kunnen de kinderen verdeeld worden over de andere klassen. Indien leerkrachten klasvrij zijn kan afgesproken worden om de volledige klas over te nemen. Indien mogelijk kan gekeken worden voor een korte vervanging.

Het is belangrijk dat elke klasleerkracht zorgt dat de weekplanning ter beschikking ligt in elke klas.

Indien de afwezigheid van een leerkracht vooraf aangekondigd is, zorgt de betrokken leerkracht voor de nodige taken voor de kinderen van de klas.



33. Afrekenen van gelden


Het afrekenen van gelden gebeurt op het einde van iedere maand. De leerkrachten bezorgen de daarvoor bestemde lijst, nauwkeurig en volledig ingevuld, aan het secretariaat. Betalingen geschieden via overschrijving. Indien toch cash geld wordt opgehaald, blijft de klasleerkracht verantwoordelijk. De school kan niet verantwoordelijk worden gesteld indien er geld wordt ontvreemd. Cash geld kan steeds in het secretariaat ter bewaring worden afgegeven.



34. Melk- en fruitsapverdeling


Elke dag kan er in de klas melk, choco of fruitsap worden gedronken.

Het onderhoudspersoneel zet bij iedere klas de nodige drankjes.
In de refter kan ‘s middags water of een eigen drankje worden gedronken.
Op het eind van de maand totaliseert de leerkracht die aantallen op de maandrekening.

De leerkracht houdt voor elke leerling de geconsumeerde dranken bij op de maandlijst.

De prijs voor de drankjes staat aangegeven in de infofolder bij de aanvang van het schooljaar.



35. Maaltijden en soep


Kinderen die op school eten, kunnen kiezen tussen een warme maaltijd of boterhammen.


Elke morgen worden de leerlingen die blijven eten, aangeduid op de maandlijst met de juiste code: (W= warme maaltijd, B= boterhammen, S= soep). De kinderen kunnen elke dag intekenen voor een warme maaltijd of boterhammen.


De prijs voor maaltijden, soep en het remgeld staat aangegeven in de infofolder bij de aanvang van het schooljaar.