Gelegenheidscampings

Gemeente ›› Interne zaken ››
Parent Previous Next

Reglement – gelegenheidscampings t.g.v. evenementen

Hoofdstuk 1: Definities

Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder :

Hoofdstuk 2: Voorafgaandelijke vergunning

Artikel 2

Uitbatingen van gelegenheidscampings ter gelegenheid van een evenement zijn verboden tenzij een voorafgaandelijke vergunning hiertoe werd afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.

De aanvraag tot het uitbaten van een gelegenheidscamping moet ingediend worden bij het gemeentebestuur (dienst secretariaat) minstens één volle maand vóór de datum van het betrokken evenement ofwel – indien van toepassing- vóór een door het college van burgemeester bij wijze van uitvoeringsmaatregel bepaalde datum.

Deze gelegenheidscampings dienen te voldoen aan alle bestaande reglementen en voorschriften.

Bij het uitreiken van de vergunning kan het college van burgemeester en schepenen in functie van de omstandigheden bijkomende voorwaarden opleggen.

Een dergelijke vergunning is niet vereist voor particulieren die in een straal van vijfhonderd meter rond de hoofdlocatie van het evenement in de eigen privétuin of op eigen privégrond maximum vijf plaatsen voor zgn. mobiele openluchtrecreatieve verblijven en voor maximum twintig personen uitbaten. (Met mobiel openluchtrecreatief verblijf wordt bedoeld: een tent, een vouwwagen, een kampeerauto, een rijcaravan, een stacaravan of elk ander vergelijkbaar verblijf.)

In geval van Leffingeleuren is de perimeter voor de vrijstelling vastgesteld op het volledige grondgebied van de deelgemeente Leffinge.

In functie van de omstandigheden kan het college van burgemeester en schepenen bij gemotiveerd besluit de perimeter van de vrijstelling aanpassen en/of nader definiëren.

Artikel 3

Alvorens de vergunning wordt goedgekeurd dienen de aanvragers volgende documenten te bezorgen:

- ondertekende toelating van de eigenaar(s) van de percelen die de camping omvat;

- een gedetailleerd inplantingsplan (op schaal en met kadastrale omschrijving);

Op dit plan worden aangeduid :

- hoofdwegen en binnenwegen;

- toegangen;

- indeling van de camping in kampeerzones (incl. aanduiden van verblijfzones per groepen van maximum 100 kampeerders en/of kampeerautoterreinen;

- verlichting van het terrein;

- gemeenschappelijke voorzieningen (secretariaat, toiletten , douches,..);

- aantal maximaal te plaatsen verblijven;

- gebeurlijke drank-, eet- en verkoopstanden.

Artikel 4

De vergunning dient te worden uitgehangen aan de ingang van de gelegenheidscamping en een afschrift zal worden voorgelegd aan de politiediensten op elk verzoek.

Artikel 5

Artikel 75§2 van de gemeentelijke algemene politieverordening (APV) is niet van toepassing op het kamperen in gelegenheidscampings tijdens de duur waarvoor de vergunning bedoeld in artikel 2 werd afgeleverd of bij toepassing van artikel 2-5de t.e.m. 7de lid van dit reglement.

Hoofdstuk 3: Inrichting

Artikel 6

Een gelegenheidscamping dient zodanig te worden ingericht dat er minstens één hoofdweg is.

Deze hoofdwegen dienen vrij berijdbaar te zijn zonder dat de hulpdiensten hun wagens dienen te keren en dienen zichtbaar te zijn op het terrein en als dusdanig herkenbaar vanuit de lucht.

De uitbaters van de camping nemen onverwijld alle maatregelen opdat deze hoofdwegen vrij blijven.

Artikel 7

Een gelegenheidscamping wordt ingedeeld in kampeerzones met een oppervlakte van maximum 20 meter op 20 meter.

De afstand tussen de kampeerzones en/of kampeerautoterreinen  bedraagt minstens 4 meter.

Artikel 8

Elke gelegenheidscamping dient voorzien te zijn aan de hoofdingang van één bluspost en voldoende, degelijk uitgeruste EHBO-sets .

Per schijf van 100 verblijven is er eveneens een blustoestel voorzien zodanig opgesteld dat deze zo vlug mogelijk kan worden gebruikt door iedere kampeerder.

Deze brandblustoestellen moeten beantwoorden aan de wettelijke voorschriften.

Artikel 9

De uitbater is ertoe gehouden te voorzien in voldoende was-, douche- en toiletfaciliteiten met het nodige respect voor de privacy.

Artikel 10

Bij de hoofdingang dient een plan uitgehangen te worden met de schikking van het terrein, toegangswegen en blusposten, secretariaat (met melding aanwezigheid EHBO-set) en het sanitair blok.

Artikel 11

De installaties van gas in flessen en tanks, eigen aan de uitbating, moeten beantwoorden aan de wettelijke voorschriften ter zake. De uitbater moet er zorg voor dragen dat de voornoemde gasinstallatie(s) in gebruik worden genomen nadat aan alle wettelijke voorschriften werd voldaan.

Artikel 12

Elektrische installaties op het terrein moeten beantwoorden aan de wettelijke voorschriften.

Artikel 13

De uitbater is ertoe gehouden de nodige verlichting aan te brengen aan de toegangen , de wegen  en de evacuatiewegen.

Artikel 14

Op de gelegenheidscamping mogen een beperkt aantal drank-, eet- en verkoopstanden voorzien worden. Deze standen worden uitdrukkelijk vermeld op het inplantingsplan waarvan sprake in artikel 3.

Ze worden gecentraliseerd opgesteld bij de hoofdingang en hebben een eerder beperkt karakter.

Hoofdstuk 4: Uitbating

Artikel 15

De gelegenheidscamping is enkel toegankelijk voor deelnemers aan het evenement.

Artikel 16

De uitbater is ertoe verplicht om een systeem uit te werken om de naleving van hetgeen bepaald in artikel 15 vlot op te volgen.

Artikel 17

Een verzekering "burgerlijke aansprakelijkheid" moet afgesloten worden door de uitbater van de gelegenheidscamping.

Artikel 18

De gelegenheidscamping dient permanent te worden uitgebaat door de uitbater of zijn volwassen aangestelde.

Artikel 19

De uitbater of zijn volwassen aangestelde dient permanent telefonisch bereikbaar te zijn op een GSM-nummer dat wordt overgemaakt aan de dossierbeheerder, de politiediensten en brandweer minstens twee volle dagen voor de start van de uitbating van de gelegenheidscamping.

Artikel 20

De uitbater is ertoe gehouden te zorgen voor een permanente aanwezigheid van een volwassen verantwoordelijke op elke vergunde gelegenheidscamping.

Hij is het eerste aanspreekpunt voor externen en hulpdiensten.

Hij is drager van herkenbare uniforme kledij die geen verwarring kan doen ontstaan met de hulp- of politiediensten.

Artikel 21

De permanente aanwezigheid van een hulporganisatie op kosten van de uitbater kan verplicht worden gesteld afhankelijk van het resultaat van een risicoanalyse uit te voeren door de bevoegde gemeentelijke diensten.

Dit wordt aan de uitbater medegedeeld vóór het afleveren van het besluit van het college van burgemeester waarvan sprake in artikel 2.

Artikel 22

De gelegenheidscampings die in het bezit zijn van een schriftelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen mogen deze in geen geval vroeger openen dan de datum vermeld in de toelating, zodat er voor die datum geen tenten mogen worden opgesteld, ook niet van "medewerkers".

De uitbating van de gelegenheidscamping neemt een einde volgens de datum bepaald in de toelating en ten laatste één dag na het evenement om 22 uur.

Artikel 23

Het kampeerterrein dient voor gebruik kort gemaaid te worden en het gemaaid gras dient te worden verwijderd.

Artikel 24

Voor de ophaling van het afval naar aanleiding van de activiteiten op deze campings is de uitbater verantwoordelijk en blijven de bepalingen inzake ophaling huisvuil zoals voorzien in het Algemeen Politiereglement steeds van toepassing.

Op de gelegenheidscamping dienen de nodige recipiënten voorzien te worden voor het deponeren van afval.

Artikel 25

Onverminderd artikel 89.8° veldwetboek is de aanleg en gebruik van open vuren (inclusief barbecueën) op de gelegenheidscampings verboden.

Dit verbod moet op het terrein met pictogrammen worden aangeduid.

Artikel 26

De uitbater is verplicht op te treden tegen geluidsoverlast op de gelegenheidscamping veroorzaakt door kampeerders.

Artikel 27

De vergunde drank-,  eet- en/of verkoopstanden mogen voor het publiek slechts geopend zijn nadat de gelegenheidscamping opengesteld werd voor uitbating én volgens de openingsuren vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen bij wijze van uitvoeringsmaatregel.

Buiten de openingsuren moeten de drank-, eet- en/of verkoopstanden  gesloten zijn.

De dranken mogen enkel geschonken worden in onbreekbare recipiënten. (Gebruik van glas is verboden.)

Dit artikel is tevens van toepassing op de kantine en dergelijke uitgeruste lokalen verbonden aan de gelegenheidscamping.

Artikel 28

Met uitzondering van deze van de organisatoren, de hulp- of politiediensten zijn voertuigen enkel toegelaten op de kampeerzones van de gelegenheidscampings mits voorafgaandelijke vergunning van het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 29

Aan alle voorschriften vervat in dit reglement dient te worden voldaan vooraleer de gelegenheidscamping in gebruik mag genomen worden.

Alvorens opening van de gelegenheidscamping wordt een voorafgaandelijke controle georganiseerd door de burgemeester of zijn gemachtigde.

De in dit reglement opgelegde voorzieningen dienen aanwezig te zijn en uitgevoerd. Indien hieraan niet voldaan is wordt de vergunning op beslissing van de burgemeester ingetrokken of geheel of gedeeltelijk geschorst tot aan de voorwaarden is voldaan.

De gelegenheidscamping (of gedeelten ervan) kan slechts uitgebaat worden na schriftelijk akkoord van de dienstchef van de gemeentelijke vrijwillige brandweer of van zijn gemachtigde. In geval van betwisting kan de burgemeester via gemotiveerd besluit het bedoelde akkoord verlenen.

Hoofdstuk 5: Strafbepalingen

Artikel 30

Alle zaken die het voorwerp zijn van overtredingen inzake deze verordening kunnen door de politiediensten worden in beslag genomen gedurende de periode waarvoor de toelating geldt.

Ingeval van overtreding van dit reglement, wanneer de minste vertraging gevaar oplevert, is de burgemeester gemachtigd tot het treffen of laten treffen van ambtshalve maatregelen ten koste van de overtreder.

Artikel 31

Ingevolge beslissing van een Officier van Bestuurlijke Politie van de Politiediensten gelast met de ordehandhaving kunnen voertuigen die hoofdwegen verhinderen of toegangen van de gelegenheidscampings uit veiligheidsoverwegingen bestuurlijk worden getakeld.

De door het gemeentebestuur en/of lokale politie gedragen takelkosten zullen nadien worden teruggevorderd van de uitbaters van de gelegenheidscamping.

Artikel 32

Ingevolge beslissing van een Officier van Bestuurlijke Politie van de Politiediensten gelast met de ordehandhaving kunnen tenten en andere obstakels die hoofdwegen verhinderen of toegangen van de gelegenheidscampings uit veiligheidsoverwegingen bestuurlijk worden verwijderd.

De door het gemeentebestuur en/of lokale politie gedragen kosten daaraan verbonden zullen nadien worden teruggevorderd van de uitbaters van de gelegenheidscamping.

Artikel 33

Op kosten van de uitbaters kan , na aanmaning , op beslissing van de burgemeester de nodige verlichting worden aangebracht wanneer de uitbater hieraan verzaakt.

Artikel 34

Inbreuken op de bepalingen van deze verordening worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete opgelegd door de hiertoe aangestelde ambtenaar, conform de procedure in artikel 119bis, § 9 tot en met 12 van de Nieuwe Gemeentewet en het gemeentelijk algemeen reglement op de administratieve sancties zoals goedgekeurd bij raadsbesluit dd. 09/06/2006 en later gewijzigd.

De omvang van de administratieve geldboete is proportioneel op grond van de ernst van de inbreuk die de boete verantwoordt en eventuele herhaling. De boete overschrijdt, ongeacht de omstandigheden in elk geval niet het bedrag van het wettelijk vastgestelde maximum.