Aankoop- en vervolgpremie

Gemeente ›› Huisvesting ››
Parent Previous Next

Reglement tot het toekennen van een gemeentelijke aankoop- en vervolgpremie

Doel van de premie.

Artikel 1:

§1. Om jonge gezinnen en jonge alleenstaanden te ondersteunen in de aankoop of de bouw van een eigen woning op het grondgebied van de gemeente Middelkerke, wordt, binnen de perken van het daartoe ingeschreven krediet op het gemeentelijk budget, een premie toegekend die bedoeld is als tussenkomst in de aankoopkosten van een woning of bouwgrond.

§2. Onder de voorwaarden zoals hierna vermeld, verleent het gemeentebestuur een toelage voor de verwerving van een bestaande of nieuwe woning dan wel voor de verwerving van een bouwgrond, waarop een woning wordt opgericht. Deze toelage is de gemeentelijke aankooppremie.

§3. Onder de voorwaarden zoals hierna vermeld, verleent het gemeentebestuur daarenboven gedurende 5 opeenvolgende aanslagjaren een tussenkomst in de onroerende voorheffing van de (aangekochte of opgerichte) woning, vermeld in §2. Deze tussenkomst is de gemeentelijke vervolgpremie.

Definities.

Artikel 2:

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

  1. Gezin: meerdere personen die op duurzame wijze in dezelfde woning samenwonen en daar hun woonverblijfplaats hebben;
  2. Woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande, uitgezonderd kamers, gelegen op het grondgebied van de gemeente Middelkerke;
  3. Kamer: een woning waarin een toilet, bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor één of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeentelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt;
  4. Aanvraagdatum: datum waarop de aanvraag wordt ingediend. Deze datum wordt vermeld op het ontvangstbewijs;
  5. Permanente bewoning: het gebruiken van een woning als hoofdverblijfplaats, in dewelke men is ingeschreven in het bevolkingsregister. De datum van inschrijving geldt als aanvangsdatum van de permanente bewoning;
  6. Persoon ten laste: het op de aanvraagdatum inwonend kind dat nog geen 18 jaar is of waarvoor op die datum kinderbijslag of wezentoelage wordt uitbetaald aan (één van) de premieaanvrager(s);
  7. Kadastraal uittreksel: een document, te verkrijgen via de FOD Financiën op papier of online via my minfin, dat een overzicht geeft van de onroerende goederen die de premie-aanvrager(s) in bezit heeft (hebben), met name de ‘actuele toestand’.

Voorwaarden premie.

Artikel 3: voorwaarden aankooppremie.

De aankooppremie kan enkel toegekend worden indien aan alle hieronder vermelde voorwaarden wordt voldaan. Tenzij anders bepaald, dient elk van de hierna vermelde voorwaarden te zijn voldaan in hoofde van elke aanvrager.

1. De aanvrager is een natuurlijke persoon, die op aanvraagdatum meerderjarig is.

Alleen natuurlijke personen komen in aanmerking voor de aankooppremie. Aankopen door rechtspersonen zijn uitgesloten van het toepassingsgebied. Als natuurlijke personen en rechtspersonen samen aankopen, kunnen de natuurlijke personen geen aanspraak maken op de premie.

2. Wettelijk of feitelijk samenwonenden moeten de premie samen aanvragen.

De aanvraag wordt ingediend, ofwel door een natuurlijke persoon die alleenstaande is, ofwel door natuurlijke personen die gehuwd zijn, wettelijk of feitelijk samenwonen of in de nieuwe woning zullen samenwonen. Naleving van deze voorwaarde wordt nagegaan aan de hand van gegevens van de dienst bevolking/burgerlijke stand.

3. Het moet gaan om een jong gezin of een jonge alleenstaande.

Op de aanvraagdatum is de alleenstaande maximaal 40 jaar. In het geval van een gezamenlijke aanvraag, is de jongste aanvrager maximaal 40 jaar. De leeftijd wordt vastgesteld aan de hand van de identiteitskaart.

4. Nog geen aankooppremie ontvangen hebben.

De aanvrager mag nog niet eerder genoten hebben van een aankooppremie voor een andere woning op het grondgebied van de gemeente Middelkerke.

5. Stedenbouwkundig vergunde woning

De woning of het perceel bouwgrond (het voorwerp van de aanvraag) moet:

6. Enige woning.

Op de aanvraagdatum mag de aanvrager geen volle (mede)eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder, bezitter of naakte (mede)eigenaar zijn van een andere woning. Dit dient bewezen te worden aan de hand van een kadastraal uittreksel. Een andere woning, verworven via erfenis, in mede-eigendom, vruchtgebruik of naakte eigendom telt niet mee als tweede woning.

7. 100% eigenaar zijn van de woning.

Na de aankoop of bouw van de woning dient de woning voor 100% in volle eigendom te zijn van de alleenstaande aanvrager of de aanvragers samen in het geval van een gezamenlijke aanvraag. Bij verwerving door (gedeeltelijke) schenking en/of erfenis, komt enkel het gedeelte van de aankoop in aanmerking voor de gemeentelijke aankooppremie. Het premiebedrag wordt aangepast pro rata het % dat de aankoop deel uitmaakt ten aanzien van de totale verwerving.

8. Zelf bewonen.

De aangekochte, of in het geval van een bouwgrond, opgerichte woning dient binnen de 2 jaar na de aanvraagdatum van de premie bewoond te worden door de alleenstaande aanvrager of de gezamenlijke aanvragers en hun gezin. Het gebruik van de woning voor permanente bewoning is een voorwaarde voor de toekenning en het behoud van de premie.

Artikel 4: voorwaarden vervolgpremie.

Om in aanmerking te komen voor de gemeentelijke vervolgpremie, dient men enerzijds een gemeentelijke aankooppremie te hebben ontvangen en anderzijds te voldoen aan de hierna vermelde voorwaarden. Deze voorwaarden worden bij elke aanvraag opnieuw beoordeeld:

1. De vervolgpremie kan enkel worden toegekend voor de vijf aanslagjaren volgend op de aankoop van de woning, dan wel de datum van ingebruikname van de woning, opgericht op de bouwgrond waarvoor een aankooppremie werd ontvangen;

2. In de mate dat er voor één of meerdere van de 5 aanslagjaren, zoals bepaald in het vorig punt, geen onroerende voorheffing verschuldigd is (bv omwille van een vrijstelling), vervalt voor dat aanslagjaar of die aanslagjaren het recht op een vervolgpremie wegens het ontbreken van een grondslag voor de berekening ervan;

3. Op de aanvraagdatum mag de aanvrager geen volle (mede)eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder, bezitter of naakte (mede)eigenaar zijn van een andere woning. Dit dient bewezen te worden aan de hand van een kadastraal uittreksel. Een andere woning, verworven via erfenis, in mede-eigendom, vruchtgebruik of naakte eigendom, telt niet mee als tweede woning;

4. De woning waarvoor de vervolgpremie wordt aangevraagd, dient voor 100% in volle eigendom te zijn van de aanvrager(s);

5. De aanvrager bewoont de woning, waarvoor de gemeentelijke vervolgpremie wordt aangevraagd, zelf.

Artikel 5: aanvraag van de premie.

§1. Voor het verkrijgen van de aankooppremie, dient een aanvraag ingediend te worden bij het college van burgemeester en schepenen door middel van een formulier ter beschikking gesteld door het gemeentebestuur.

§2. De aankooppremie kan aangevraagd worden zodra de authentieke akte inzake de aankoop van de woning of bouwgrond verleden is en dit tot maximum 6 maanden na deze datum.

§3. Voor het verkrijgen van de vervolgpremie, moet een aanvraag ingediend te worden bij het college van burgemeester en schepenen door middel van een ter beschikking gesteld formulier en dit tot maximum 2 maanden na de verzenddatum van het aanslagbiljet van de onroerende voorheffing van het betreffende aanslagjaar. De aanvraag dient volgende bewijsstukken te bevatten:

Artikel 6: bedrag van de premie.

§1. De gemeentelijke aankooppremie bedraagt standaard 3.000 euro. Wanneer men op de aanvraagdatum minstens 1 kind ten laste heeft, dan wordt het premiebedrag met 300 euro verhoogd per kind ten laste, met een maximum van 900 euro. Wanneer de woning die men aankoopt, opgenomen is in VIVOO (Vlaamse inventaris ongeschiktheid en/of onbewoonbaarheid), de gemeentelijke inventaris leegstand en/of de gemeentelijke inventaris verwaarlozing, dan wordt het basisbedrag met 300 euro verhoogd.

Basisbedrag

3.000 euro

Kind ten laste

+300 euro per kind (met een maximum van 900 euro)

Geïnventariseerde woning

+300 euro


§2. De vervolgpremie bedraagt 50% van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing. Wanneer men minstens één kind ten laste heeft en/of een geïnventariseerde woning heeft aangekocht, bedraagt de vervolgpremie 75% van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing.

§3. Bij verwerving via (gedeeltelijke) erfenis en/of schenking, wordt het bedrag van de aankooppremie aangepast pro rata het percentage dat de aankoop uitmaakt ten aanzien van de totale verwerving.

Artikel 7: voorwaarden, verbintenissen en terugbetaling.

§1. De aanvrager geeft toestemming aan een door het gemeentebestuur gemachtigd ambtenaar om alle onderzoeken te verrichten voor, tijdens en na de procedure van de premieaanvraag, inzake het controleren van de verstrekte gegevens. Weigering tot medewerking aan het onderzoek brengt het verval van het recht op toelage mee. Het niet verstrekken van de nodige gegevens voor controle of het opgeven van onjuiste gegevens, brengt het verval van het recht op toelage mee, ongeacht gebeurlijke andere maatregelen.

§2. De uitbetaalde aankoop- en vervolgpremies dienen integraal terugbetaald te worden, indien:

§3. Vervreemding of verkoop van de woning binnen de 10 jaar wordt enkel aanvaard in volgende gevallen:

In beide gevallen vervalt het recht op navolgende vervolgpremies voor de woning waarvoor een aankooppremie werd toegekend.

§4. Wanneer de familiale situatie van de aanvrager wijzigt, dient er enkel een terugbetaling te gebeuren indien alle partners het pand verlaten. Indien een partner in het pand blijft wonen, dan dient er geen premie terugbetaald te worden. De partner die het pand verlaat, wordt niet langer gezien als een premie-aanvrager en komt niet langer in aanmerking voor een eventuele vervolgpremie.

§5. Bij vaststelling van een inbreuk op dit reglement, wordt de aanvrager aangetekend op de hoogte gebracht, met het verzoek om binnen de 30 kalenderdagen een verweer in te dienen. Bij het verstrijken van deze termijn, wordt de inbreuk voor besluitvorming voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.

§6. Het college van burgemeester en schepen wordt belast met de uitvoering van het reglement. Alle betwistingen inzake het reglement worden autonoom beslecht door het college van burgemeester en schepenen.